In de afgelopen 6 jaar is het zoutgehalte van voedingsmiddelen gemiddeld met slechts 11 procent afgenomen. Dat blijkt uit de zoutmonitoring van 404 voedingsmiddelen, uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De zoutdaling gaat volgens het Voedingscentrum te langzaam om het doel te halen: maximaal 6 gram zout per dag in 2020. Hiervoor is een veel grotere zoutdaling van 30 procent nodig.
Sterkste dalers
Het zoutgehalte is het meest gedaald in de productgroepen (groente)conserven (-34 procent), kaas (-27 procent), kant-en-klaarmaaltijden (-24 procent) en brood (-16 procent). In de productgroep sauzen is geen reductie van zout waarneembaar, maar juist een toename van 8 procent.
Maximum-normen voor zout
De afgelopen jaren zijn vanuit het “Akkoord verbetering productsamenstelling” afspraken gemaakt over het maximumgehalte aan zout in sommige productgroepen. Voor de productgroep groenteconserven voldoet 83 procent aan de afgesproken normen, voor soep en bouillon is dat 86 procent en voor specifieke vleeswaren 73 procent. Verder is opvallend dat circa 50 procent van de bouillonblokjes in 2017 nog niet voldeed aan de afgesproken norm.
Tag: onderzoek
Noten zijn gunstig voor gewichtsbehoud
Vroeger werden noten vaak afgeraden voor wie wilde afvallen, maar recent onderzoek laat zien dat noten juist de kans verkleinen op overgewicht en obesitas. Een dagelijkse consumptie van minimaal 6 gram noten (en pinda’s) is juist gunstig voor gewichtsbehoud. Dat blijkt uit gegevens van de EPIC-studie onder ruim 373.000 volwassen uit 10 Europese landen, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Minder gewichtstoename
Na 5 jaar bleken de deelnemers gemiddeld 2,1 kg te zijn aangekomen. Om te kijken of het eten van noten verband houdt met de gewichtstoename, hebben de onderzoekers de deelnemers afhankelijk van hun notenconsumptie verdeeld in 4 groepen. De groep die de meeste noten at, minimaal 6 gram per dag en gemiddeld 12 gram per dag, was niet meer aangekomen, maar juist iets minder dan gemiddeld: 2,0 kg. Dat verschil lijkt weinig, maar het zorgde er wel voor dat de deelnemers 5% minder kans hadden om overgewicht of obesitas te krijgen. Het onderzoek is gepubliceerd in European Journal of Nutrition.
Fast food uit de natuur
Volgens de onderzoekers zijn noten dus geen obesogene voedingsmiddelen, maar eerder fast foods uit de natuur: ‘Noten hebben de eigenschappen van een ideaal voedingsmiddel dat je altijd en overal kunt eten, want ze zijn bij kamertemperatuur te bewaren en eenvoudig mee te nemen. Ze zijn zeer verzadigend en leveren goede vetten, eiwitten, vitamines, mineralen en bioactieve stoffen. Ook zijn ze geschikt als vleesvervanger.’
De inhoud van voedselpakketten van de voedselbank voldoet niet aan de Richtlijnen goede voeding. Ook lukt het voedselbankklanten niet om hun voeding zodanig aan te vullen dat deze alsnog voldoet aan de richtlijnen. Voedselbankklanten krijgen daardoor te weinig groente, fruit, vis en vezels binnen en te veel verzadigd vet. Dit blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam bij ruim 165 voedselbankklanten van 12 verschillende voedselbanken verspreid over heel Nederland. Het onderzoek is gepubliceerd in European Journal of Nutrition.
Zorgwekkend
Voedselbankklanten eten niet alleen ongezonder dan de gemiddelde Nederlander. Dat geldt ook in vergelijking met andere mensen met een lage sociaal economische status, die geen gebruik maken van de voedselbank. De onderzoekers noemen de situatie zorgwekkend. Voedselbankklanten hebben hierdoor een hoger risico op bijvoorbeeld overgewicht, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.
Wat is het effect van verse, onbewerkte voeding, beweging en ontspanning op de ervaren ziektelast en kwaliteit van leven bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa (samen ook wel IBD genoemd)? Dat gaan Voeding Leeft, het Leids Universitair Medisch Centrum en de Maag Lever Darm Stichting onderzoeken in een pilot van 3 maanden bij 200 patiënten. De werving van deelnemers is net gestart en vanaf 1 januari gaat de pilot “IBD, eet je mee?” van start. En team van experts, waaronder een diëtist is betrokken bij de pilot.
Rol van voeding onderbouwen
Na eetprogramma’s bij diabetes type 2, MS en reumaricht Voeding Leeft zich nu op IBD. Gezonde voeding is heel belangrijk bij IBD. Toch wordt voeding in de spreekkamer niet altijd serieus genomen en krijgen voeding en leefstijl niet altijd een plek in de behandeling. Het eetprogramma voor IBD moet gaan resulteren in wetenschappelijke onderbouwing van de rol van voeding bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa. Bij goede resultaten zou een dergelijk eetprogramma in de behandeling van IBD meegenomen kunnen worden. Hiervoor is wel overleg nodig met MDL-artsen en zorgverzekeraars.
Workshop, terugkomdagen en online community
De pilot start in januari 2018 met een dag met workshops over voeding en leefstijl. Deelnemers krijgen een werk- en receptenboek mee naar huis. Na een maand en na twee maanden zijn er terugkomdagen om ervaringen uit te wisselen. In de tussenliggende periode kunnen deelnemers ervaringen uitwisselen en vragen stellen via een besloten online community die begeleid wordt door experts. Na 3 maanden kunnen deelnemers zelf verder aan de slag met handvatten en tips om hun voeding en leefstijl aan te passen.
Salade met olie gezonder dan zonder olie
Het lichaam neemt voedingsstoffen uit een salade beter op als je het combineert met een beetje olie. Voor bètacaroteen was een dergelijk effect al langer bekend, maar het blijkt ook op te gaan voor andere vetoplosbare vitamines en andere carotenoïden. Zo zorgt de combinatie van salade met olie voor een betere opname van de vitamines A, E en K en van 4 carotenoïden (alpha- en bètacaroteen, luteïne en lycopeen). Bij het eten van dezelfde salade zonder olie is er minder of niets van deze microvoedingsstoffen in het bloed terug te zien. Dat blijkt uit onderzoek van de Iowa State University, gepubliceerd in American Journal of Clinical Nutrition.
Hoe meer olie, hoe groter effect
In het onderzoek kregen 12 vrouwen op 5 verschillende gelegenheden een salade te eten, bestaand uit romainesla, spinazie, wortel en cherrytomaten. Iedere salade bevatte een dressing met 0, 2, 4, 8 of 32 gram soja-olie. De hoeveelheid olie in de salade bleek van invloed op de opname van nutriënten. Hoe meer olie er was toegevoegd, hoe beter het lichaam de voedingsstoffen opnam. De beste resultaten waren te zien bij 32 gram, wat overeenkomt met ongeveer 2 eetlepels olie. ‘Simpel gezegd zorgt twee keer meer dressing voor twee keer meer opname van de voedingsstoffen’, aldus de onderzoekers. Toch is dit volgens de onderzoekers geen vrijbrief om eindeloos veel olie te gebruiken, maar mensen moeten zeker niet bang zijn om olie aan hun salade toe te voegen.
In de nacht vertragen biologische processen zoals de glucose- en vethuishouding. ’s Nachts eten kan daardoor leiden tot hogere glucosespiegels in het bloed en een grotere opslag van vet in het lichaam dan overdag het geval zou zijn. Hierdoor kunnen overgewicht en prediabetes ontstaan. Mensen die ’s nachts werken, lopen daardoor een verhoogd risico om diabetes of hart- en vaatziekten te ontwikkelen. Dat schrijft de Gezondheidsraad in het nieuwe rapport “Gezondheidsrisico’s door nachtwerk“.
Geen sterk bewijs voor metabool syndroom
Hoe langer iemand al nachtdiensten draait, hoe groter de kans wordt. Zo heeft iemand die al 40 jaar nachtdiensten draait, 7 – 8 procent meer kans op diabetes type 2 en hart- en vaatproblemen. Voor een relatie tussen nachtdienst en het metabool syndroom vond de Gezondheidsraad geen sterk bewijs. Om dit vast te kunnen stellen zijn er niet genoeg onderzoeken gedaan.
Slaapproblemen op korte termijn
Op de korte termijn veroorzaken nachtdiensten vooral slaapproblemen. Verkorte slaapduur, verslechterde slaapkwaliteit en vermoeidheid komen naar schatting anderhalf tot ruim tweemaal vaker voor bij nachtwerkers dan bij mensen die overdag werken.
Advies
In Nederland werken 1,3 miljoen mensen soms of regelmatig ’s nachts. Dat komt neer op 15 procent van de beroepsbevolking. De Gezondheidsraad brengt het advies uit naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om nachtwerk zoveel mogelijk te beperken. Waar dat niet mogelijk is verwijst de Gezondheidsraad naar een eerder uitgebracht rapport over de mogelijkheden van preventie bij nachtwerk.
Helpt een Vitamine D supplement om sneller van je verkoudheid af te komen?
De belangrijkste bron voor vitamine D is zonlicht. Vette vis zoals zalm en makreel bevatten veel vitamine D, in Nederland wordt vitamine D toegevoegd aan margarine, halvarine en bak- en braadproducten. In de wintermaanden halen wij onvoldoende vitamine D uit de zon en is een supplement aanbevolen. De wintermaanden zijn die tijd van het jaar dat weer veel mensen verkouden zijn. Maar helpt vitamine D dan om sneller van je verkoudheid af te komen? Vitamine D is er belangrijk voor het afweersysteem. De laatste tijd is er veel in het nieuws voorbij gekomen dat een vitamine D supplement de kans om verkouden te worden verkleint. In onderzoek is er helaas onvoldoende aangetoond dat het risico om verkouden te worden wordt vermindert. Toch heeft het nemen van een vitamine D supplement veel voordelen op ander gebied! Zoals het behoud van sterke botten en tanden en zelfs een verkleinde kans op depressie.
Bronnen: Voedingscentrum & Gezondheidsnet
Suiker in de supermarkt
Ongeveer 56 procent van de supermarkt producten bevat toegevoegd suiker. De meeste mensen weten dat cake, koek, soep en frisdrank veel suiker bevat. Veel producten bevatten verborgen suikers. Hierbij kan je denken aan groente en fruit uit blik/pot, soepen, sauzen, vleeswaren, hartige snacks, kant-en-klaarmaaltijden en brood. Dit zijn producten waarvan je het niet zou verwachten. Maar waar is al dat suiker voor nodig? Buiten dat het een lekkere smaak heeft en het product verbeterd is het een goedkope smaakmaker. Ook maakt het het product langer houdbaar. Toch is suiker een enorme dikmaker en kan je het maar beter vermijden. Kijk dus goed op het etiket of er tussen de ingrediënten ‘suiker’ staat of producten die eindigen op ‘ose’. Zoals glucose, sucrose, lactose en dextrose. Dit zijn allemaal soorten suiker!
Bron: NVD
Witte bloedcellen in vetweefsel zorgen mede voor jojo-effect
Vetweefsel in het eigen lichaam draagt sterk bij aan de kans om opnieuw aan te komen na afvallen. Cellen van het afweersysteem, de witte bloedcellen, spelen daarbij een belangrijke rol. Dat blijkt uit onderzoek Universiteit Maastricht, gepubliceerd in American Journal of Clinical Nutrition.
Witte bloedcellen
In het onderzoek is het vetweefsel geanalyseerd van mensen die na afvallen weer aankwamen. De onderzoekers vonden bij sommige mensen een verhoogde activiteit van leukocyten (witte bloedcellen) in het vetweefsel. Volgens de onderzoekers is al langer bekend dat leukocyten het vetweefsel kunnen binnendringen en daar een agressiever karakter kunnen krijgen. Na afvallen zou de activiteit van deze leukocyten weer moeten afnemen en bij sommige mensen gebeurt dat ook. Maar bij anderen blijft de activiteit van de leukocyten in het vetweefsel hoog na afvallen, zo ontdekten de onderzoekers. Deze mensen blijken een beduidend hoger risico lopen om weer in gewicht aan te komen.
Ontstekingsreactie in vetcellen?
Het is nog niet duidelijk hoe dit mechanisme precies in elkaar steekt. Onderzoeksleider prof. Edwin Mariman, hoogleraar Functionele Genetica aan de Universiteit Maastricht heeft wel een vermoeden: ‘Vanzelfsprekend spelen vetcellen een belangrijke rol bij zowel het aankomen als het afvallen. Vetcellen scheiden in totaal meer dan 500 verschillende hormooneiwitten af. Een belangrijk eiwit in dit verband is leptine, dat het hongergevoel onderdrukt maar ook betrokken is bij ontstekingsreacties. Als iemand afvalt, krimpen niet alleen de vetcellen maar daalt ook het leptinegehalte. Het krimpen van de vetcellen leidt, samen met de verstoorde energiebalans, tot stress in de vetcellen. Wellicht wordt die stressreactie door het lichaam als ontstekingsreactie gezien. Dat zou heel goed kunnen verklaren waarom we bij sommige mensen na afvallen een verhoogde activiteit van witte bloedcellen in het vetweefsel blijven zien.’
Onderzoek naar effect eiwitverrijkte voeding voor operatie
Hoe doorstaan oudere hartpatiënten hun hartklepoperatie als ze in de voorafgaande weken thuis al eiwitverrijkte producten eten? Het St. Antonius Ziekenhuis doet hier komende jaren onderzoek naar. Gedurende 2 weken voor de operatie krijgen oudere hartpatiënten eiwitverrijkte voeding thuis bezorgd. Het gaat om brood, fruitsap, soep, zuivel en koekjes. Onderzocht wordt of dagelijks gebruik van deze producten de overlevingskans vergroot, het herstel na de ingreep versnelt en de kwaliteit van leven naderhand verbetert.
Ondervoeding
Het St. Antonius Ziekenhuis wil jaarlijks aan circa 200 patiënten met hartklepproblemen vragen om aan het onderzoek mee te doen. Een hartklep vervangen kan tot op hoge leeftijd, maar de uitkomsten zijn bij oudere patiënten vaak minder goed dan bij jongere patiënten. Ouderen liggen vaak langer in het ziekenhuis, hebben eerder last van complicaties en komen vaker terug voor een heropname. Ondervoeding heeft daarbij een negatieve impact op de behandelresultaten, zo blijkt uit diverse studies.
Hoge eiwitbehoefte
Oudere mensen hebben meer eiwitten nodig om in een goede, gezonde voedingstoestand te blijven. Dat geldt des te meer wanneer ze moeten aansterken na een operatie. In het algemeen vermindert de eetlust ook nog bij veel senioren, waardoor meer eten vaak geen optie is. Door alledaagse producten te verrijken met eiwit, hoeven de deelnemers aan het onderzoek niet extra veel te eten om meer eiwitten binnen te krijgen. Uit eerder onderzoek van Universiteit Wageningen bleek dat mensen die de betreffende verrijkte producten frequent gebruiken dagelijks anderhalf keer meer aan eiwitten binnenkrijgen, zónder meer te hoeven eten.