Hmmm, lekker zo’n eitje bij het paasontbijt, en nog gezond ook! Toch? Weet jij hoe gezond eieren nu echt voor je zijn?
Tag: gezondheid
Heerlijke paaseitjes
Speciaal voor Pasen zijn deze Chocolade amandelen bij mij verkrijgbaar. Ook na Pasen kun je je zelf nog een beetje verwennen met dit heerlijke extraatje!
‘In principe mag iedereen dieetadviezen geven’
Wie eens rondzoekt op internet, ontdekt gewichtsconsulenten die op hun website zeggen dat ze patiënten met diabetes behandelen. Of personal trainers die mensen met morbide obesitas dieetbegeleiding geven. Mag dat zomaar? En wat doet de beroepsvereniging eraan? We vroegen het aan Wineke Remijnse, beleidsadviseur van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD).
Mag dat zomaar?
‘Ja, dat mag. Gewichtsconsulenten, personal trainers, leefstijlcoaches en voedingstherapeuten, iedereen is vrij om adviezen te geven. Voor consumenten is dit een heel onduidelijke situatie. Er zijn steeds meer mensen die zeggen dat ze deskundig zijn. Maar consumenten hebben daar totaal geen zicht op. Voor de diëtist is dit ook een lastige situatie. Ze moeten opboksen tegen veel andere partijen, die vaak gebruik maken van uitgekiende marketingtechnieken.’
Maar de term diëtist is toch beschermd?
‘Ja, de kwaliteit van onze beroepsuitoefening is in de wet BIG geregeld. Wij hebben een beschermde titel, met bijbehorende opleidingseisen en beschreven deskundigheid. Wat de diëtist doet, ligt vast in richtlijnen en zorgstandaarden. Wij hebben als beroepsgroep ook een kwaliteitsregister en een klachtenloket paramedici. Wij voldoen aan de wettelijke eisen om ‘goede zorg’ te verlenen. Dat hebben die anderen allemaal niet. Maar wat we níet hebben, is het alleenrecht op het geven van dieetadviezen.
Gewichtsconsulenten mogen toch alleen gezonde mensen behandelen?
‘Dat is inderdaad de afspraak. Gewichtsconsulenten die zijn aangesloten bij de Beroepsvereniging Gewichtsconsulenten Nederland (BGN), mogen in principe alleen gezonde mensen met overgewicht behandelen. Daarvan zijn er heel veel in Nederland, en het is dus ook prima dat deze beroepsgroep er is. Gewichtsconsulenten mogen ook alleen een advies geven volgens de Richtlijnen goede voeding. Zodra er sprake is van meer aandoeningen dan alleen overgewicht, dienen ze door te verwijzen naar de diëtist.’
Maar ja, dat gebeurt dus niet altijd…
‘Nee dat klopt. We krijgen signalen dat gewichtsconsulenten ook wel mensen met diabetes en COPD behandelen. Ik zou zeggen: ga in gesprek met die gewichtsconsulent. Zorg sowieso dat je de gewichtsconsulenten in je regio kent en overleg regelmatig. Je kunt dit soort zaken ook zeker melden bij de BGN en de NVD. Er is ook een ”Meldpunt oneigenlijk dieetadvies”, dat wordt beheerd door de Diëtisten Coöperatie Nederland (DCN). Wie een klacht heeft, kan dit melden bij meldpuntoneigenlijkdieetadvies@gmail.com. We horen ook wel eens dat huisartsen een patiënt met bijvoorbeeld overgewicht en hypertensie ten onrechte doorverwijzen naar een gewichtsconsulent. Dan houdt deze arts zich niet aan de Zorgstandaard en kan hij of zij daarop aangesproken worden.’
Is dit een belangrijk punt voor de beroepsvereniging?
‘Het is een punt dat regelmatig ter tafel komt, zeker nu voeding zo in de belangstelling staat. Wij staan als NVD voor de diëtist en voor de kwaliteit van onze beroepsgroep. Het is meer dan ook belangrijk dat wij en de individuele diëtist laten zien wat onze kwaliteit is.’
Het kinderdagverblijf is een prima plek om kinderen méér groente en fruit te leren eten. Dat blijkt uit een project van het Louis Bolk Instituut op 7 kinderdagverblijven in de regio Rotterdam en Amsterdam. De groenteconsumptie verdubbelde en de fruitconsumptie nam met 20% toe.
Hogere consumptie
Op de 7 kinderdagverblijven hebben leidsters gedurende 3 maanden extra aandacht geschonken aan groente en fruit, zowel bij baby’s als bij peuters. Bij de start van het onderzoek aten de kinderen gemiddeld 1 portie fruit en 1/3 portie groente. Na afloop aten de kinderen 1,2 portie fruit en 0,66 portie groente.
Fasen
Het onderzoek verliep in 3 fasen: in de eerste fase werden de gewone maaltijden uitgebreid met groenten en/of fruit, in de tweede fase werd een tussendoortje (zoals een soepstengel) vervangen door groenten en/of fruit en in de derde fase werd geëxperimenteerd met nieuwe gerechten, zoals smoothies en soep. Het resultaat was een hogere consumptie zowel in aantal porties als in aantal soorten. Na afloop van het project zakte de consumptie weer in. ’Blijkbaar is blijvende aandacht van leidsters cruciaal om kinderen op het kinderdagverblijf meer groente en fruit te laten eten’, concludeert onderzoeker Marieke Battjes-Fries van het Louis Bolk Instituut.
Kinderdagverblijf
Het kinderdagverblijf blijkt – naast thuis – een geschikte en effectieve plek voor het aanleren van het eten van méér groente en fruit. Zo vertelden de leidsters onder andere: ’De kinderen moesten wel even wennen en wilden de groente soms eerst niet eten, maar nu is het normaal’ en ’De meesten durfden nieuwe dingen te proeven én vinden ze lekker.” Naast ”bijzondere” fruitsoorten zoals ananas en mango zijn op een aantal locaties ook biologische producten meegenomen in het onderzoek. Samen koken, samenwerken met een kok en het introduceren van groente- of fruitthema’s waren succesvol. Meer onderzoek is nodig om te bepalen welke strategie het meest effectief is.
Film
Er is een informatief filmpje over dit project gemaakt. De onderzoeksresultaten zijn beschikbaar op de website van het Louis Bolk Instituut: rapport “Verhogen van groente- en fruitconsumptie“.
4 °C ideale koelkasttemperatuur
De ideale temperatuur van je koelkast is 4 °C. Op deze temperatuur blijven producten het beste houdbaar in de koelkast. Uit onderzoek blijkt dat het in een kwart van de Nederlandse koelkasten 7 °C of warmer is. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller bacteriën en schimmels kunnen uitgroeien tot aantallen waar je ziek van wordt. Als je wilt weten of je koelkast koud genoeg staat, kun je een koelkastthermometer op de onderste plank van je koelkast leggen. Staat je koelkast te warm? Stel hem dan bij en meet opnieuw. Bij een draaiknop geldt: hoe hoger het getal, hoe kouder.
Koelkastdeur kort openen
Daarnaast is het belangrijk om de deur van je koelkast zo kort mogelijk open te doen. Hoe langer je de deur openlaat, hoe warmer het wordt en hoe sneller bacteriën en schimmels uitgroeien. Ook kun je bederfelijke producten beter niet te lang uit de koelkast houden. Schenk bijvoorbeeld een glas melk in en zet het pak meteen terug in de koelkast. Laat de melk niet uren op de eettafel staan. Elk uur buiten de koelkast verkort de houdbaarheid met 1 dag.
Geopend pak melk: 3 tot 5 dagen houdbaar
Melk kun je geopend 3 tot 5 dagen bewaren. Hoe lang precies is natuurlijk afhankelijk van hoe vaak je het pak uit de koelkast hebt gehaald. Twijfel je of de melk nog goed is, zet dan je zintuigen in. Ziet de melk er nog goed uit, ruikt ie niet zuur en is de smaak nog lekker? Dan kun je er nog gewoon van drinken. Ook na de houdbaarheidsdatum. Melk heeft namelijk een THT-datum (tenminste houdbaar tot).
Het klopt dus dat de deur de minst koude plek van de koelkast is. Maar je kunt hier prima een paar dagen je geopende pak melk bewaren. Wel zo praktisch. Belangrijker is ervoor te zorgen het in je koelkast 4 °C is, en dat je melk zo kort mogelijk buiten de koelkast laat.
De belangrijkste oorzaak van welvaartsziekten? Volgens prof. Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, wijzen alle vingers in de richting van “ultra-processed foods”. ‘Zolang dat aanbod niet aan banden wordt gelegd, is het dweilen met de kraan open’, stelde hij op 12 januari tijdens de publiekslezing van de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen (NAV).
Bewerkt voedsel levert 60% van calorie-inname
‘Er is iets fundamenteel mis met onze voeding’, aldus Seidell. ‘Onze basisvoeding wordt zo ingrijpend bewerkt dat er vaak nog alleen maar lege calorieën overblijven. De hoeveelheden natrium en suiker nemen juist flink toe.’ Onderzoek laat zien dat 60% van onze calorie-inname afkomstig is uit snacks, dranken en fastfood. Van de hoeveelheid toegevoegde suikers die we binnenkrijgen, is 90% afkomstig uit deze producten. De toegenomen welvaart heeft geleid tot een enorm aanbod van deze lekkere, makkelijke, goedkope, lang houdbare producten. Dit is waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak van de opmars van welvaartziekten. Alle inspanningen van de industrie om “gezondere” producten te maken, zetten wat hem betreft nauwelijks zoden aan de dijk. Deze producten zijn dan misschien wat minder zout of zoet, maar nog steeds veel te veel bewerkt en bovendien relatief duur.
Overheid doet te weinig
Zowel beleid als wetenschap richten zich volgens Seidell nog altijd te weinig op preventie en te veel op de behandeling van mensen met welvaartsziekten of de risicofactoren daarvoor. Jaarlijks worden miljarden uitgegeven aan medicatie, zoals bloeddrukverlagende, cholesterolverlagende, bloedsuikerverlagende middelen en antidepressiva. Maar de overheid neemt veel te weinig maatregelen om de beschikbaarheid van sterk bewerkte ongezonde voedingsmiddelen aan banden te leggen. We worden voortdurend blootgesteld aan de verleidingen van veel en lekker eten. ‘Zolang er nog zo veel snacks en frisdranken aangeboden worden op scholen, in sportkantines, ziekenhuizen en benzinestations is het dweilen met de kraan open.’
Voorlichting bereikt verkeerde mensen
De huidige publieksvoorlichting richt zich te veel op kennisoverdracht en bereikt hiermee vooral mensen met een relatief hoog opleidingsniveau en inkomen. Dit vergroot de sociale verschillen in gezondheid. Seidell: ‘We moeten veel meer aandacht schenken aan persoonlijke mogelijkheden en vaardigheden. Je kan immers blijven roepen dat we meer onbewerkte producten moeten kopen, maar als je niet voldoende geld hebt of niet kunt koken, heeft dat niet veel zin.’
Het onderzoek
In het Britse onderzoek werd onderzocht of het geven van een vitamine D-supplement het risico op een luchtweginfectie verminderde. Daarvoor analyseerden de onderzoekers gegevens uit 25 verschillende studies waaraan in totaal ongeveer 11.000 mensen meededen. De onderzoekers concludeerden dat het geven van een vitamine D-supplement beschermend werkt tegen een acute infectie van de luchtwegen. Bijvoorbeeld bij verkoudheid is er sprake van een acute luchtweginfectie.
Als je de resultaten goed bekijkt, dan zie je dat de verschillende studies die zijn bekeken verschillende resultaten hebben. Sommige studies laten zien dat het risico op infecties vermindert met vitamine D-supplement, andere studies laten geen effect zien. De oorzaak hiervan kan liggen in heel veel factoren. Om er een aantal te noemen: de definitie van acute luchtweginfecties verschilt tussen onderzoeken, soms ontbraken gegevens over medicijngebruik, de dosering vitamine D was steeds anders en studies gebruikten verschillende onderzoeksgroepen: bijvoorbeeld jonge mensen, oude mensen, zieke mensen en mensen met een vitamine D-tekort. Als deze factoren kunnen effect hebben op de uitkomst.
Gezondheidsraad en andere adviescommissies
De gezondheidseffecten van vitamine D zijn de afgelopen jaren door verschillende instanties geëvalueerd om vitamine D adviezen voor de bevolking op te stellen. In Nederland heeft de Gezondheidsraad dat gedaan, in Scandinavië de Nordic Council en in Engeland de SACN (Scientific Advisory Committee on Nutrition). Al deze wetenschappelijke adviescommissies voor voeding concluderen dat het onvoldoende is aangetoond of (extra) vitamine D het risico op infecties vermindert. Dit omdat de resultaten tot nu toe vooral komen uit observationeel onderzoek. In dit type onderzoek kunnen oorzaak en gevolg niet kan worden aangetoond. Bovendien laten studies tot nu toe nog te veel verschillende resultaten zien. Of een vitamine D-supplement helpt om infecties te voorkomen zal eerst op een goede systematische wijze moeten worden aangetoond.
Vitamine D en gezondheid
Vitamine D is vooral nodig voor de opname van calcium uit de voeding in het lichaam. Het is daarom belangrijk voor de groei en het behoud van stevige botten en tanden. Daarnaast is vitamine D nodig voor een goede werking van je afweersysteem. Voor de meeste mensen leveren zonlicht en de voeding voldoende vitamine D.
Groepen mensen die baat hebben bij extra vitamine D
Een aantal groepen krijgt van de Gezondheidsraad wél het advies om vitamine D-supplementen te nemen. Deze groepen krijgen via zonlicht en voeding minder vitamine D binnen dan zij nodig hebben. Het gaat om jonge kinderen, mensen met een getinte huidskleur, mensen die hun huid bedekken, zwangere vrouwen en ouderen. Voor jonge kinderen is aangetoond dat een vitamine D supplement het risico op rachitis vermindert, voor ouderen het risico op vallen en botbreuken. Voor zwangeren vermindert het de kans op een kind met een te laag geboortegewicht.
Ouderen met een lagere opleiding en inkomen eten minder groente, fruit en vis dan ouderen met een hogere opleiding en inkomen. De hogere prijs van gezonde voeding is vaak een struikelblok. Dat blijkt uit onderzoek waarop voedingswetenschapper en epidemioloog Coosje Dijkstra onlangs promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Eten mensen met een lagere opleiding en inkomen minder gezond?
‘Ja: uit de literatuur weten we al dat mensen met een lagere sociaaleconomische positie op alle fronten minder gezond eten. In mijn proefschrift heb ik alleen gekeken naar de inname van gezonde producten als groente, fruit en vis. Dan blijkt dat Nederlanders tussen 55 en 85 jaar met een lagere opleiding en inkomen minder vaak de richtlijnen hiervoor halen dan leeftijdsgenoten met een hogere opleiding en inkomen. Zo haalt slechts 59% van de ouderen met een lagere opleiding de toenmalige groente-aanbeveling van 200 gram per dag, tegenover 79% van de ouderen met een hogere opleiding.’
Hoe erg is dat?
‘Een gezonde voeding kan het risico verlagen op voedingsgerelateerde chronische ziekten. Juist die ziekten komen vaker voor bij mensen met een lagere sociaaleconomische positie. Momenteel zijn er al grote gezondheidsverschillen tussen mensen met een lage en hoge opleiding en die verschillen worden steeds groter. Mensen met een hogere opleiding leven gemiddeld 6 jaar langer en zijn zelfs 19 jaar langer gezond dan mensen met een lagere opleiding.’
Waarom eten mensen met een lagere sociaaleconomische positie minder gezond?
‘Er is niet één oorzaak aan te wijzen, maar uit mijn onderzoek komen wel 2 belangrijke barrières: de hogere prijs voor gezonde voeding en het niet lekker vinden van fruit. Overigens kan dat laatste verband houden met het eerste: als je een kleiner budget hebt, kun je wat minder variëren in soorten fruit. Elke dag appels is misschien minder lekker, dan als je ook eens wat duurder fruit als een mango of ananas kunt eten.’
Is gezond eten duurder?
‘Daar is veel maatschappelijke discussie over. Op basis van alle literatuur kom ik tot de conclusie dat een gezond voedingspatroon volgens de Richtlijnen goede voeding duurder is dan een ongezond voedingspatroon. Soms wordt wel gezegd dat gezond eten niet duurder hoeft te zijn, als je maar goed je best doet. Maar dan gaat het om een voeding die toch wel afwijkt van wat we normaal gewend zijn, met weinig variatie en veel lang houdbare producten uit bijvoorbeeld blik. Daar is niets mis mee, maar niet voor elke dag. Bovendien moeten mensen daar dan wel echt hun best voor doen. Als ze dat niet doen, is dat geen onwil, maar kan dat ook komen omdat ze kampen met financiële- of gezondheidsproblemen. Gezond eten heeft meestal geen hoge prioriteit.’
Moet gezonde voeding goedkoper worden en ongezonde voeding duurder?
‘Het zou mooi zijn als mensen gezonder gaan eten door het invoeren van bijvoorbeeld een suikertaks en BTW-verlaging voor groenten en fruit. Maar het effect zou eerst wel goed moeten worden uitgezocht. Gaan mensen daadwerkelijk gezonder eten als het goedkoper wordt of besteden ze hun geld dan aan bijvoorbeeld alcohol of sigaretten?. Momenteel doen we onderzoek naar de effecten van het gezonder inrichten van supermarkten, bijvoorbeeld door bij de kassa groente, fruit en water te leggen. Zo proberen we de gezonde keuze gemakkelijker te maken. Ook hopen we binnenkort de effecten van bijvoorbeeld prijspromotie in een echte supermarkt te gaan onderzoeken.’
Werkt voorlichting over gezonde voeding?
‘Het probleem is niet alleen met voorlichting op te lossen. Deze doelgroep is moeilijk te bereiken. Dat zie je ook bij het Voedingscentrum, dat meer dan ooit aandacht heeft voor bijvoorbeeld de Marokkaanse en Turkse keuken in de hoop alle groepen in de samenleving te bereiken. Maar met voorlichting bereik je vooral mensen die al geïnteresseerd zijn in gezonde voeding. Bovendien overschatten mensen met een lagere sociaaleconomische positie de inname van groente vaak, waardoor ze zich niet voelen aangesproken door de boodschap “Eet dagelijks 250 gram groenten”.’
Wat kunnen diëtisten doen?
‘Een algemene aanpak voor een gemiddelde cliënt werkt niet. Het is beter te kijken naar de mogelijkheden die iemand heeft en oog te hebben voor andere problemen die er vaak spelen. Voor deze doelgroep is een advies op maat heel belangrijk en daar zijn diëtisten bij uitstek goed in.’
Volkorenbrood favoriet
Het goede van volkoren
Naast het verkleinen van het risico op hart- en vaatzieken, diabetes type 2 (suikerziekte) en darmkanker leveren graanproducten veel voedingstoffen, zoals vezel, eiwit, B-vitamines en ijzer. Daarom kun je nog wel wat meer volkoren graanproducten gebruiken. Naast volkorenbrood kun je dan denken aan havermout, volkoren pasta en zilvervliesrijst.
Vezels in meergranen-, bruin-, en volkorenbrood
Van vezels krijg je een vol gevoel. Ook zijn vezels goed voor de stoelgang. In volkorenbrood zitten de meeste vezels. Volkorenbrood staat dan ook in de Schijf van Vijf. Meergranenbrood en bruinbrood bevatten niet altijd voldoende vezels. Koop je verpakt brood, dan staat het in de Schijf van Vijf bij een vezelgehalte van 4,5 gram per 100 gram of meer. Dit vind je op het etiket. Wanneer het gaat om volkorenbrood staat dit meestal op de voorzijde van de verpakking. Bij de bakker kun je vragen of er volkorenmeel is gebruikt voor het bakken van jouw favoriete brood.
Hoe is het om een kind te zijn met fors overgewicht? De nieuwe VPRO-serie ”Kiloknallers” laat het zien. In de serie worden 5 kinderen tussen 10 en 12 jaar met obesitas een jaar lang gevolgd. Lieke, Naomi, Nick, Mathilde en Mohamed laten hun leven zien, inclusief hun worstelingen en overwinningen, hun zoektocht naar de feiten en de fabels en het gevecht tegen de vooroordelen. Vanaf 15 januari is Kiloknallers elke zondag om 9.25 uur te zien bij de VPRO op Zapp.