Categorieën
Nieuws

Sterk bewerkte voeding gaat gepaard met hoger kankerrisico


Sterk bewerkte voeding gaat gepaard met hoger kankerrisico

Een toename van 10 procent in het aandeel van sterk bewerkte voedingsmiddelen in de voeding gaat gepaard met 12 procent meer kans op kanker in het algemeen en 11 procent meer kans op borstkanker. Dit blijkt uit een omvangrijk Frans bevolkingsonderzoek onder ruim 100.000 deelnemers van gemiddeld 43 jaar, die 5 jaar zijn gevolgd. Het is de eerste epidemiologische studie die een verband vindt tussen de mate van bewerking van voeding en het risico op kanker. Het onderzoek is gepubliceerd in British Medical Journal.

Stijging van consumptie
Van koek tot frisdrank en van ontbijtgranen tot kant-en-klaarmaaltijden: de afgelopen tientallen jaren is het aandeel van sterk bewerkte voedingsmiddelen in de voeding dramatisch gestegen, zo schrijven de auteurs. Het aandeel is inmiddels opgelopen tot 25 à 50 procent van de dagelijkse energie-inname in onder meer Europa en de Verenigde Staten. Opvallend genoeg lijkt het probleem in Frankrijk minder groot: recent onderzoek laat zien dat het aandeel van sterk bewerkte voedingsmiddelen daar slechts 14 procent is. En zelfs dan is er dus een verband gevonden met het risico op kanker.

Voedingskundige samenstelling
Het is niet precies duidelijk wat sterk bewerkte voedingsmiddelen ongezond zou maken. De onderzoekers noemen als mogelijke oorzaken de voedingskundige samenstelling: sterk bewerkte voedingsmiddelen bevatten gemiddeld genomen veel verzadigd vet, toegevoegd suiker en zout en weinig vezels en vitamines. Daarnaast kunnen potentieel kankerverwekkende stoffen ontstaan tijdens bewerking van voedingsmiddelen, zoals acrylamide en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Ook de verpakking kan schadelijke stoffen bevatten, zoals bisfenol A.

Additieven
Tenslotte zouden additieven een probleem kunnen zijn. De onderzoekers stellen dat smaakstoffen, kleurstoffen, zoetstoffen en andere additieven vaak aan sterk bewerkte voedingsmiddelen zijn toegevoegd om de smaak te imiteren van onbewerkte of minimaal bewerkte voedingsmiddelen of om een slechte kwaliteit van het product te verhullen. Hoewel ze wettelijk zijn toegestaan, komen er uit laboratorium- en dieronderzoek volgens de onderzoekers soms aanwijzingen voor kankerverwekkende eigenschappen.

Kritiek
Er is ook kritiek op deze studie en vooral hoe het in de media is opgepakt. Zo kopte het Algemeen Dagblad met “Slecht eten zorgt echt voor kanker”, alsof het gaat om een interventiestudie waarin een oorzakelijk verband wordt aangetoond in plaats van om een relatie die voor het eerst gevonden is in een epidemiologische studie. Verder is er kritiek op de gebruikte NOVA-indeling van voedingsmiddelen, die is gebaseerd op de mate van industriële bewerking. Overigens maakt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ook gebruik van deze indeling.

Categorieën
Nieuws

Nieuw onderzoek naar fewfoods-dieet bij ADHD


Nieuw onderzoek naar fewfoods-dieet bij ADHD

Onderzoekers van Wageningen University & Research gaan met hersenscans (fMRI) het effect van fewfoods-dieet bij kinderen met ADHD in kaart brengen. Ook wordt onderzoek gedaan naar het effect van het fewfoods-dieet op de microbiota in de darm. Verder wordt gezocht naar biomarkers (signaalstoffen) in bloed, wangslijm, urine en ontlasting die kunnen voorspellen of ADHD bij een kind wordt getriggerd door voeding. Voor deze BRAIN-studie worden 100 rechtshandige jongens met ADHD in de leeftijd van 8-10 jaar gezocht.

Fewfoods-dieet
Gedragsproblemen kunnen sterk verminderen als kinderen met ADHD een fewfoods-dieet volgen, een dieet dat ook wel bekend is onder de naam RED-dieet. Uit eerder Nederlands onderzoek, in 2011 gepubliceerd in het gezaghebbende medisch tijdschrift The Lancet, bleek dat 60 procent van de kinderen niet meer aan de criteria voor ADHD voldeed na het volgen van het fewfoods-dieet.

ADHD-therapie op maat
Het valt echter niet mee om het dieet vol te houden. Als bekend zou zijn hoe dit dieet werkt, dan kan in de toekomst mogelijk eenvoudiger vastgesteld worden welke kinderen gebaat zijn bij het volgen van een dieet. Ook kan een dieet wellicht worden afgestemd op de individuele samenstelling en activiteit van de microbiota.

Bron: Nieuws voor diëtisten

Categorieën
Nieuws

Allergische gevoeligheid stijgt met 1 procent per jaar


Allergische gevoeligheid stijgt met 1 procent per jaar

De afgelopen 20 jaar is het aantal positieve allergietesten bij kinderen met allergische klachten gestegen van 41 naar 49 procent. Dat blijkt uit onderzoek van het Isala Vrouw-kindcentrum onder ruim 18.000 kinderen tussen 0 en 17 jaar. Het onderzoek is onlangs gepubliceerd in Pediatric Allergy and Immunology.

Westerse leefstijl
Volgens de onderzoekers verandert het immuunsysteem van kinderen in de loop van de tijd. IgE-antistoffen tegen allergenen als huisstof, pollen, melk en ei worden gemaakt door cellen in het immuunsysteem, die ons normaal gesproken beschermen tegen onder meer wormen en parasieten. Kinderarts Paul Brand van Isala: ‘Maar door onze hedendaagse manier van leven – onze “westerse leefstijl” – komen die infecties veel minder voor dan vroeger. Sindsdien reageert dit deel van het immuunsysteem op prikkels waar het eigenlijk niet op zou moeten reageren. Zo’n 150 jaar geleden bestonden allergieën nog bijna niet. En zou je het bloed bekijken van kinderen in Afrika, dan zou je het ook veel minder tegenkomen. Allergische gevoeligheid is dus een aandoening van deze tijd en van de westerse levensstijl.’

Preventieprogramma nog ver weg
Helaas is niet bekend welk onderdeel van de westerse leefstijl dan verantwoordelijk is voor de toename van allergie. Brand: ‘Daar heb ik geen pasklaar antwoord op. Wat wij wel weten is dat het niet ligt aan de vaccinaties en niet aan luchtvervuiling. Maar wat wel… daar wordt veel onderzoek naar gedaan. Het zal waarschijnlijk een combinatie van veel factoren zijn, waarvan de meeste nog onbekend zijn. Een preventieprogramma zou natuurlijk fantastisch zijn, maar is nog ver weg.’

Bron: Nieuws voor diëtisten

Categorieën
Nieuws

Gezond eten moet goedkoper, vindt 86 procent van de ouders


Van de ouders vindt 86 procent dat gezond eten goedkoper moet worden

Het moet kinderen gemakkelijker worden gemaakt om iets gezonds te eten, zo vinden veel ouders met kinderen in het basis- of voortgezet onderwijs. Het goedkoper maken van gezond eten is in de ogen van 86 procent van de ouders daarvoor een goede maatregel. Dit blijkt uit onderzoek in opdracht van het Voedingscentrum onder ruim 1.000 ouders met kinderen van 8 tot 16 jaar.

Afspraken over eten
Circa 60 procent van de ouders heeft afspraken met hun kind over het drinken van suikerhoudende dranken en snoepen. De meest gemaakte afspraak is het moeten vragen naar het pakken van snoep, snacks en suikerhoudende dranken. Bijna de helft van de basisschoolkinderen mag zakgeld niet aan deze producten besteden.

Schoolregels
School- en sportkantines moeten zo worden ingericht dat hun kind minder wordt verleid om iets ongezonds te kopen en gemakkelijker een gezonde keuze maakt. Dat vindt 62 procent van de ouders. Op de basisschool zijn bij 72 procent van de ouders regels wat mag worden meegenomen voor de pauze of de lunch en circa 80 procent van deze ouders is het eens met de schoolregel. Voor trakteren zijn nog vaker regels: bij 85 procent van de ouders. Ongeveer 70 procent van de ouders is het eens met de regel.

Voedselvaardig
In het onderzoek is ook aan de ouders gevraagd hoe belangrijk zij het vinden dat hun kind “voedselvaardig” is. Voedselvaardigheid staat voor de kennis en vaardigheden die kinderen moeten leren om gezond te kunnen eten. De meeste ouders vinden het belangrijk dat hun kind voedselvaardig is. Ouders vinden dit vooral een taak voor henzelf en niet voor de school van het kind.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Energydrinks verbieden voor kinderen onder de 18?


Energydrinks populair bij jongeren

Als het aan de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) ligt, worden energiedranken verboden voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Ook pleiten de kinderartsen voor een verplichte waarschuwingssticker op de verpakking. 
Reden voor de bezorgdheid is een factsheet die de NVK eind vorig jaar schreef.

Casussen
In de factsheet staan verschillende casussen beschreven van kinderen die klachten kregen na het dagelijks drinken van energiedranken. Voorbeelden zijn nierfalen, angstgevoelens, slaapproblemen, rusteloosheid, hartritmestoornissen en convulsies. Er zijn zelfs enkele sterfgevallen gelinkt aan de consumptie van energiedranken. Volgens de NVK komt het regelmatig voor dat tieners wel 6 blikjes of meer per dag drinken. Op de blikjes staat al wel de waarschuwing dat deze dranken niet geschikt zijn voor kinderen tot 12 jaar.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Nieuw voedingswaardesysteem zet stoplicht (bijna) nooit op rood


Stoplicht (foto: foodwatch)

Zes grote multinationals, Coca-Cola, Mars, Mondelez, Nestlé, PepsiCo en Unilever, lobbyen in Europa voor de introductie van een nieuw stoplichtsysteem voor de voedingswaarde op hun producten. Maar foodwatch waarschuwt dat dit systeem de zaken wel erg rooskleurig voorstelt. Dat komt omdat de fabrikanten bij de normering uitgaan van kleine portiegroottes en niet van de voedingswaarde per 100 gram.

Nutella
Producten als Nutella, Lion en chips verliezen daardoor alle rode markeringen en vallen met hun voedingswaarde in de groene of oranje categorieën. Snoepjes van 5 tot 10 gram krijgen zelfs nog geen rood licht voor suiker als ze voor 100 procent uit suiker bestaan. Hier kun je de bijbehorende rekentool vinden.

Stoplicht
Consumentenorganisaties willen al jaren een duidelijk stoplichtsysteem op verpakkingen. Maar volgens foodwatch houden voedselproducenten de introductie van zo’n systeem in Europa tegen. Door lobby van de voedingsindustrie kwam er geen duidelijk stoplichtsysteem, maar een veel complexer systeem van de referentie-inname. Bovendien is het vermelden van de referentie-inname niet verplicht.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Kinderen eten te weinig fruit, groente en vis


Kinderen eten te weinig fruit, groente en vis

Ruim 6 van de 10 kinderen van 1 tot 12 jaar eten onvoldoende fruit en bijna 6 van de 10 eten onvoldoende groente. Iets minder dan de helft van de kinderen in deze leeftijdscategorie eet te weinig vis. Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor die het CBS in 2014-2016 heeft afgenomen in samenwerking met RIVM en het Voedingscentrum.

Jongere kinderen eten meer fruit, groente en vis

Jonge kinderen eten vaker voldoende fruit, groente en vis dan oudere kinderen. Bijna de helft van de kinderen van 1 tot 4 jaar at volgens de richtlijnen voldoende fruit. Bij kinderen van 4 tot 9 jaar en 9 tot 12 jaar was dat met respectievelijk ruim 4 van de 10 en 2 van de 10 lager. Hetzelfde beeld is bij groente en vis te zien. Vergeleken met de kinderen van 9 tot 12 jaar aten tweemaal zoveel kinderen van 1 tot 4 jaar voldoende groente. Voor vis zijn de verschillen kleiner.

Kinderen met hoogopgeleide ouder eten gezonder

Kinderen van 1 tot 12 jaar van wie de ouder of verzorger een hoog onderwijsniveau heeft, voldoen vaker aan de normen dan kinderen met een middelbaar of laagopgeleide ouder. Zo voldoen ruim 4 van de 10 kinderen met een hoogopgeleide ouder aan de fruitnorm, tegen ruim 3 van de 10 met een laagopgeleide ouder.

Betere resultaten dan in Voedselconsumptiepeiling

In de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor is voeding gemeten met enkele gerichte vragen over de consumptie van fruit, groente en vis. Een andere manier om de consumptie van voeding in kaart te brengen is de 24-uurs voedingsnavraag. Deze methode wordt toegepast in de Voedselconsumptiepeiling, een aanvullend onderdeel van de Leefstijlmonitor. De Voedselconsumptiepeiling brengt de voeding beter in beeld, maar wordt bij minder mensen én minder vaak uitgevoerd dan de Gezondheidsenquête. In de meest recente Voedselconsumptiepeiling voldeden minder kinderen aan de aanbeveling voor groente en fruit dan in dit onderzoek.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Sporten zorgt voor een gezondere vetopslag bij overgewicht


Sporten zorgt voor een gezondere vetopslag bij overgewicht

Veel mensen met obesitas ontwikkelen insulineresistentie, maar niet iedereen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de manier waarop vet wordt opgeslagen hierbij een rol speelt. Sporten en andere fysieke activiteit lijken hierbij het verschil te maken. Eén enkele sportsessie kan daarbij al gunstig werken.

Opslag van vetzuren

Het risico op het ontwikkelen van insulineresistentie lijkt te maken te hebben met de manier waarop het lichaam met vet omgaat. Een deel van de mensen heeft een snelle vetafbraak, waardoor er veel vetzuren vrijkomen. Deze vetzuren kunnen zich opstapelen in andere weefsels en organen, wat kan leiden tot insulineresistentie. Andere mensen hebben dit probleem niet; zij hebben een langzamere vetafbraak en slaan de vetzuren gezonder en effectiever op.

Verschillen in functie van vetweefsel

Amerikaanse onderzoekers probeerden hiervoor een verklaring te vinden met een combinatie van twee onderzoeken. In het eerste onderzoek vergeleken de onderzoekers het vetweefsel van 30 mensen met obesitas, waar van een deel insulineresistent was en een deel niet. De “gezonde” groep bleek vet minder snel af te breken. Ook had deze groep minder eiwitten die betrokken zijn bij vetafbraak en meer eiwitten die zorgen voor vetopslag. Verder was het vetweefsel bij deze mensen flexibeler en was er een lagere ontstekings-activiteit.

Gezonder vetweefsel bij sportende mensen

In de tweede studie verzamelden de onderzoekers vetweefsel van mensen met overgewicht die net gesport hadden. De ene groep sportte regelmatig, de andere groep niet. De mensen die regelmatig sportten, hadden meer bloedvaten in hun vetweefsel dan de inactieve groep mensen. In beide groepen bleek dat slechts één sportsessie het weefsel activeerde om nieuwe bloedvaten in het vetweefsel aan te maken.

Beweging maakt vetweefsel gezond

Deze bloedstroom is belangrijk voor de aan- en afvoer van allerlei stoffen. Onderzoeker Jeffrey Horowitz legt uit: ‘Vetweefsel is de plek waar we extra energie opslaan als we teveel eten. Als de bloedvoorziening in het vetweefsel niet toeneemt met de groei van het vetweefsel, wordt het weefsel ongezond of kan zelfs afsterven. De mensen die hun vet op een gezonde manier opslaan, lijken beter beschermd te zijn tegen het ontwikkelen van insulineresistentie en obesitas-gerelateerde ziektes. Sport en beweging lijken factoren te zijn die voor een gezondere vetopslag zorgen.’

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Twee glazen fris vergroten kans op diabetes type 2


Frisdrank

Frisdrank vergroot de kans op het metabool syndroom. Dagelijks 1 glas fris verhoogt het risico op een hoge bloeddruk en iedere dag 2 glazen frisdrank verhogen het risico op diabetes type 2. Dat concluderen Zuid-Afrikaanse onderzoekers na het bestuderen van 36 studies die de afgelopen 10 jaar zijn gepubliceerd.

Metabool syndroom

Uit deze review blijkt dat er een sterk verband is tussen het gebruik van gezoete dranken en het risico op het metabool syndroom. Specifieke risicofactoren waarvoor bewijs met de samenhang met frisdrank werd gevonden zijn een grotere middelomtrek, verhoogde waardes voor triglyceriden en bloedsuiker, lage niveaus HDL-cholesterol en een hoge bloeddruk. Daarnaast ontdekten de onderzoekers dat frisdrankgebruik de insulinegevoeligheid verlaagt.

Rol van fructose

De negatieve effecten van het drinken van frisdrank worden vooral toegeschreven aan fructose. Met name dranken die fructose bevatten, verhogen de bloeddruk en het nuchtere glucosegehalte. Daarnaast blijkt uit andere studies dat fructose de kans op niet-alcoholische leververvetting sterk vergroot. ‘Er is een duidelijke noodzaak om mensen meer te leren over de schadelijke effecten van overmatig frisdrankgebruik’, aldus onderzoeker M. Faadiel Essop.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Ontbijtmeter moet kinderen leren gezonder te ontbijten


Om kinderen gezonder te leren ontbijten is er nu een online Ontbijtmeter, ontwikkeld door Wageningen University & Research. Kinderen vullen hun ontbijt in en krijgen individuele feedback over wat goed gaat en wat beter kan. Kinderen die les krijgen over ontbijt gaan daadwerkelijk gezonder eten. Dat blijkt uit een onderzoek dat vorig jaar gedaan is onder kinderen in groep 5 en 6 in Rotterdam, Tilburg en Arnhem.

Feedback
Uit dat onderzoek kwam ook naar voren dat kinderen het meest opsteken over een gezond ontbijt als ze individuele feedback krijgen. Dit werkte beter dan een klassikaal lesprogramma of een methode met filmpjes van rolmodellen.

Groepen 5 tot en met 8
Op www.ontbijtmeter.nl kunnen kinderen van groep 5 en hoger invullen wat ze hebben gegeten voor het ontbijt. Aan de hand daarvan krijgen ze een ‘top’ (wat gaat er goed) en een ‘tip’ (wat kan er beter), gebaseerd op de nieuwe Schijf van Vijf. Zo kunnen de kinderen praktische stappen zetten naar een beter ontbijt.

Speciale versie voor jongere kinderen
Voor kinderen van groepen 1 tot en met 4 ziet de Ontbijtmeter er net iets anders uit. Zij krijgen geen tips en tops aan de hand van hun eigen ingevulde ontbijt, maar kiezen uit twee verschillende producten wat het meest gezond is. Zo moeten ze kiezen of wortels of olijfjes gezonder zijn, en tosti of een Turkse pizza.

Discussie
De ontbijtmeter maakt deel uit van het lesmateriaal van het Nationaal Schoolontbijt. Dit ontbijt wordt jaarlijks georganiseerd met als doel kinderen te leren hoe belangrijk ontbijt is en een gezond ontbijt is. Of het Nationaal Schoolontbijt daar het goede voorbeeld in geeft, is ook dit jaar weer een punt van discussie.

Bron: Nieuws voor Diëtisten