Categorieën
Nieuws

Nieuw voedingswaardesysteem zet stoplicht (bijna) nooit op rood


Stoplicht (foto: foodwatch)

Zes grote multinationals, Coca-Cola, Mars, Mondelez, Nestlé, PepsiCo en Unilever, lobbyen in Europa voor de introductie van een nieuw stoplichtsysteem voor de voedingswaarde op hun producten. Maar foodwatch waarschuwt dat dit systeem de zaken wel erg rooskleurig voorstelt. Dat komt omdat de fabrikanten bij de normering uitgaan van kleine portiegroottes en niet van de voedingswaarde per 100 gram.

Nutella
Producten als Nutella, Lion en chips verliezen daardoor alle rode markeringen en vallen met hun voedingswaarde in de groene of oranje categorieën. Snoepjes van 5 tot 10 gram krijgen zelfs nog geen rood licht voor suiker als ze voor 100 procent uit suiker bestaan. Hier kun je de bijbehorende rekentool vinden.

Stoplicht
Consumentenorganisaties willen al jaren een duidelijk stoplichtsysteem op verpakkingen. Maar volgens foodwatch houden voedselproducenten de introductie van zo’n systeem in Europa tegen. Door lobby van de voedingsindustrie kwam er geen duidelijk stoplichtsysteem, maar een veel complexer systeem van de referentie-inname. Bovendien is het vermelden van de referentie-inname niet verplicht.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Meer vet in lever en buik bij langdurig zitten


Meer vet in lever en buik bij langdurig zitten

Hoe langer iemand zit op een dag, hoe meer vet er in de lever en in de buikholte is opgeslagen. Dit blijkt uit een onderzoek onder 124 Engelsen van gemiddeld 64 jaar met een verhoogd risico op diabetes type 2. Het verband tussen inactiviteit en orgaanvet was het sterkste bij deelnemers die de beweegrichtlijn van 150 minuten matig intensief bewegen per week niet haalden.

Beweegmeter en MRI
Beweging van de deelnemers werd gedurende 7 dagen gemeten met een beweegmeter. Met MRI werd de hoeveelheid vet in de lever gemeten en ook de hoeveelheid abdominaal vet, visceraal vet en subcutaan vet. Hoe meer deelnemers dagelijks zitten, hoe meer vet werd gemeten. Zo blijkt dagelijks elk uur extra zitten gepaard te gaan met 1,86 procent meer levervet. Het onderzoek is gepubliceerd in Obesity.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Nieuwe website van RIVM met portiegroottes


Nieuwe website van RIVM met portiegroottes

Portie-online is een nieuwe website met informatie over gangbare maten en gewichten van een groot aantal in Nederland verkrijgbare voedingsmiddelen. Nog niet alle voedingsmiddelen staan erin: Portie-online wordt aangevuld zodra meer informatie beschikbaar is. De gegevens zijn verzameld door Wageningen University & Research, het Voedingscentrum en RIVM.

Voedingsmiddelengroepen
Op Portie-online kun je onder meer zoeken op voedingsmiddelengroep, productnaam en NEVO-code. In de huidige versie (1.1) zijn 13 van de 23 voedingsmiddelengroepen uit de NEVO opgenomen. Voorbeelden van groepen die al gevuld zijn: groenten, fruit, brood, melk(producten), vlees(waren), noten en peulvruchten. Voedingsmiddelengroepen die nog ontbreken zijn onder meer graanproducten, vis, vetten, oliën en hartige sauzen en gebak en koek.

Een paar voorbeelden
Bij sommige voedingsmiddelen staan meerdere maten weergegeven. Zo weegt een kleine appel 85 gram, een middelgrote appel 150 gram en een grote appel 180 gram. In Portie-online staan ook de gewichten van een appel zonder klokhuis (respectievelijk 76, 135 en 162 gram). Bij eieren is er niet alleen een gewicht weergegeven voor small, medium en large (respectievelijk 40, 50 en 60 gram) maar bijvoorbeeld ook voor de hoeveelheid ei op een plakje bladerdeeg (3 gram).

Huishoudelijke maten
Naast gegevens per voedingsmiddel is er ook een aparte lijst beschikbaar met standaard huishoudelijke maten. Denk aan de inhoud van een kopje, glas, schaaltje of lepel. Zo kan er in een eetlepel 12 ml en in een dessertschaaltje 150 ml.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Na bariatrische ingreep 28 procent gewichtsverlies op lange termijn


28 procent gewichtsverlies na een bariatrische ingreep op lange termijn

Minimaal 4 jaar na bariatrische chirurgie is het totale gewichtsverlies gemiddeld 28 procent. De postoperatieve energie-inname is gemiddeld 1550 kcal per dag. Dat blijkt uit onderzoek onder 135 patiënten, uitgevoerd door Wageningen University & Research en Vitalys (onderdeel van Rijnstate Ziekenhuis en één van de grootste klinieken voor bariatrische chirurgie).

Gastric bypass en gastric sleeve

In het onderzoek is ook gekeken naar het effect van verschillende bariatrische ingrepen. Het totaal gewichtsverlies en de postoperatieve energie-inname waren hetzelfde na de gastric bypass en de gastric sleeve. Ook de postoperatieve lichamelijke activiteit was vergelijkbaar na beide ingrepen. Overigens waren patiënten na de operatie niet meer gaan bewegen. Verder was er nagenoeg geen verschil in inname van macronutriënten na de gastric bypass en de gastric sleeve. Wel was de vezelinname significant lager bij gastric sleeve-patiënten.

Focus op minder energie-inname

Uit het onderzoek blijkt dat een groter verschil tussen pre- en postoperatieve energie-inname (logischerwijs) tot een hoger totaal gewichtsverlies leidt. Volgens de onderzoekers is het dus van belang om bij de vóór- en nazorg rondom de operatie de focus te leggen op het verminderen van de energie-inname bij patiënten.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Dieet zorgt bij 46 procent van patiënten voor remissie diabetes type 2


Een Britse studie, gepubliceerd in The Lancet, laat zien dat een energie- en koolhydraatbeperkt dieet diabetes type 2 kan omkeren bij ongeveer de helft van de patiënten. Het gaat hier om een gerandomiseerde klinische trial (DiRECT) in 49 huisartspraktijken in Schotland en Engeland.

Eerste lijn
Aan de studie deden 306 volwassenen in de leeftijd van 20-65 jaar mee, met een diagnose van diabetes type 2 in de afgelopen 6 jaar en een BMI tussen 27 en 45. De deelnemers gebruikten geen insuline. De deelnemende praktijken werden ingedeeld in 2 groepen: de ene groep gaf de patiënten de dieetinterventie. De andere groep volgde de standaard richtlijnen voor de behandeling van diabetes type 2.

Effect
Na 12 maanden lukte het 68 deelnemers (46 procent) van de interventiegroep en 6 (4 procent) in de controlegroep om hun diabetes om te keren. Hoe meer gewichtsverlies, hoe groter de kans op remissie. In de groep die 15 kilo of meer verloor, kon 86 procent de diabetes omkeren. Van de deelnemers in de interventiegroep bereikte 25 procent een gewichtsverlies van 15 kilo of meer, tegenover 0 procent in de controlegroep. De onderzoekers definiëren remissie van diabetes als een HbA1c van <48 mmol/l na tenminste 2 maanden geen diabetesmedicatie. De kwaliteit van leven verbeterde in de interventiegroep en verslechterde in de controlegroep. Er waren 2 incidenten (koliek en buikpijn) bij 1 deelnemende patiënt. Verder waren er geen bijwerkingen van het dieet.

Streng dieet
De dieetinterventie bestond uit en streng energiebeperkt en koolhydraatbeperkt dieet van 825-853 kcal per dag voor de periode van 3-5 maanden. De deelnemers kregen maaltijdshakes. In deze periode werden ook de diabetesmedicatie en medicijnen tegen hoge bloeddruk stopgezet. Hierna volgdne een herintroductie van normaal voedsel (2-8 weken) en begeleiding voor het vasthouden van het gewichtsverlies op de lange termijn. De patiënten werden een jaar lang gevolgd.

Mosley
De Britse arts en auteur Michael Mosley liet zich inspireren door deze DiRECT-study. Hij vertaalde het dieetadvies in ”echte” voedingsmiddelen en schreef er het boek ”Het 8-weekse bloedsuikerdieet” over.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Kinderen eten te weinig fruit, groente en vis


Kinderen eten te weinig fruit, groente en vis

Ruim 6 van de 10 kinderen van 1 tot 12 jaar eten onvoldoende fruit en bijna 6 van de 10 eten onvoldoende groente. Iets minder dan de helft van de kinderen in deze leeftijdscategorie eet te weinig vis. Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor die het CBS in 2014-2016 heeft afgenomen in samenwerking met RIVM en het Voedingscentrum.

Jongere kinderen eten meer fruit, groente en vis

Jonge kinderen eten vaker voldoende fruit, groente en vis dan oudere kinderen. Bijna de helft van de kinderen van 1 tot 4 jaar at volgens de richtlijnen voldoende fruit. Bij kinderen van 4 tot 9 jaar en 9 tot 12 jaar was dat met respectievelijk ruim 4 van de 10 en 2 van de 10 lager. Hetzelfde beeld is bij groente en vis te zien. Vergeleken met de kinderen van 9 tot 12 jaar aten tweemaal zoveel kinderen van 1 tot 4 jaar voldoende groente. Voor vis zijn de verschillen kleiner.

Kinderen met hoogopgeleide ouder eten gezonder

Kinderen van 1 tot 12 jaar van wie de ouder of verzorger een hoog onderwijsniveau heeft, voldoen vaker aan de normen dan kinderen met een middelbaar of laagopgeleide ouder. Zo voldoen ruim 4 van de 10 kinderen met een hoogopgeleide ouder aan de fruitnorm, tegen ruim 3 van de 10 met een laagopgeleide ouder.

Betere resultaten dan in Voedselconsumptiepeiling

In de Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor is voeding gemeten met enkele gerichte vragen over de consumptie van fruit, groente en vis. Een andere manier om de consumptie van voeding in kaart te brengen is de 24-uurs voedingsnavraag. Deze methode wordt toegepast in de Voedselconsumptiepeiling, een aanvullend onderdeel van de Leefstijlmonitor. De Voedselconsumptiepeiling brengt de voeding beter in beeld, maar wordt bij minder mensen én minder vaak uitgevoerd dan de Gezondheidsenquête. In de meest recente Voedselconsumptiepeiling voldeden minder kinderen aan de aanbeveling voor groente en fruit dan in dit onderzoek.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Sporten zorgt voor een gezondere vetopslag bij overgewicht


Sporten zorgt voor een gezondere vetopslag bij overgewicht

Veel mensen met obesitas ontwikkelen insulineresistentie, maar niet iedereen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de manier waarop vet wordt opgeslagen hierbij een rol speelt. Sporten en andere fysieke activiteit lijken hierbij het verschil te maken. Eén enkele sportsessie kan daarbij al gunstig werken.

Opslag van vetzuren

Het risico op het ontwikkelen van insulineresistentie lijkt te maken te hebben met de manier waarop het lichaam met vet omgaat. Een deel van de mensen heeft een snelle vetafbraak, waardoor er veel vetzuren vrijkomen. Deze vetzuren kunnen zich opstapelen in andere weefsels en organen, wat kan leiden tot insulineresistentie. Andere mensen hebben dit probleem niet; zij hebben een langzamere vetafbraak en slaan de vetzuren gezonder en effectiever op.

Verschillen in functie van vetweefsel

Amerikaanse onderzoekers probeerden hiervoor een verklaring te vinden met een combinatie van twee onderzoeken. In het eerste onderzoek vergeleken de onderzoekers het vetweefsel van 30 mensen met obesitas, waar van een deel insulineresistent was en een deel niet. De “gezonde” groep bleek vet minder snel af te breken. Ook had deze groep minder eiwitten die betrokken zijn bij vetafbraak en meer eiwitten die zorgen voor vetopslag. Verder was het vetweefsel bij deze mensen flexibeler en was er een lagere ontstekings-activiteit.

Gezonder vetweefsel bij sportende mensen

In de tweede studie verzamelden de onderzoekers vetweefsel van mensen met overgewicht die net gesport hadden. De ene groep sportte regelmatig, de andere groep niet. De mensen die regelmatig sportten, hadden meer bloedvaten in hun vetweefsel dan de inactieve groep mensen. In beide groepen bleek dat slechts één sportsessie het weefsel activeerde om nieuwe bloedvaten in het vetweefsel aan te maken.

Beweging maakt vetweefsel gezond

Deze bloedstroom is belangrijk voor de aan- en afvoer van allerlei stoffen. Onderzoeker Jeffrey Horowitz legt uit: ‘Vetweefsel is de plek waar we extra energie opslaan als we teveel eten. Als de bloedvoorziening in het vetweefsel niet toeneemt met de groei van het vetweefsel, wordt het weefsel ongezond of kan zelfs afsterven. De mensen die hun vet op een gezonde manier opslaan, lijken beter beschermd te zijn tegen het ontwikkelen van insulineresistentie en obesitas-gerelateerde ziektes. Sport en beweging lijken factoren te zijn die voor een gezondere vetopslag zorgen.’

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Twee glazen fris vergroten kans op diabetes type 2


Frisdrank

Frisdrank vergroot de kans op het metabool syndroom. Dagelijks 1 glas fris verhoogt het risico op een hoge bloeddruk en iedere dag 2 glazen frisdrank verhogen het risico op diabetes type 2. Dat concluderen Zuid-Afrikaanse onderzoekers na het bestuderen van 36 studies die de afgelopen 10 jaar zijn gepubliceerd.

Metabool syndroom

Uit deze review blijkt dat er een sterk verband is tussen het gebruik van gezoete dranken en het risico op het metabool syndroom. Specifieke risicofactoren waarvoor bewijs met de samenhang met frisdrank werd gevonden zijn een grotere middelomtrek, verhoogde waardes voor triglyceriden en bloedsuiker, lage niveaus HDL-cholesterol en een hoge bloeddruk. Daarnaast ontdekten de onderzoekers dat frisdrankgebruik de insulinegevoeligheid verlaagt.

Rol van fructose

De negatieve effecten van het drinken van frisdrank worden vooral toegeschreven aan fructose. Met name dranken die fructose bevatten, verhogen de bloeddruk en het nuchtere glucosegehalte. Daarnaast blijkt uit andere studies dat fructose de kans op niet-alcoholische leververvetting sterk vergroot. ‘Er is een duidelijke noodzaak om mensen meer te leren over de schadelijke effecten van overmatig frisdrankgebruik’, aldus onderzoeker M. Faadiel Essop.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Ontbijtmeter moet kinderen leren gezonder te ontbijten


Om kinderen gezonder te leren ontbijten is er nu een online Ontbijtmeter, ontwikkeld door Wageningen University & Research. Kinderen vullen hun ontbijt in en krijgen individuele feedback over wat goed gaat en wat beter kan. Kinderen die les krijgen over ontbijt gaan daadwerkelijk gezonder eten. Dat blijkt uit een onderzoek dat vorig jaar gedaan is onder kinderen in groep 5 en 6 in Rotterdam, Tilburg en Arnhem.

Feedback
Uit dat onderzoek kwam ook naar voren dat kinderen het meest opsteken over een gezond ontbijt als ze individuele feedback krijgen. Dit werkte beter dan een klassikaal lesprogramma of een methode met filmpjes van rolmodellen.

Groepen 5 tot en met 8
Op www.ontbijtmeter.nl kunnen kinderen van groep 5 en hoger invullen wat ze hebben gegeten voor het ontbijt. Aan de hand daarvan krijgen ze een ‘top’ (wat gaat er goed) en een ‘tip’ (wat kan er beter), gebaseerd op de nieuwe Schijf van Vijf. Zo kunnen de kinderen praktische stappen zetten naar een beter ontbijt.

Speciale versie voor jongere kinderen
Voor kinderen van groepen 1 tot en met 4 ziet de Ontbijtmeter er net iets anders uit. Zij krijgen geen tips en tops aan de hand van hun eigen ingevulde ontbijt, maar kiezen uit twee verschillende producten wat het meest gezond is. Zo moeten ze kiezen of wortels of olijfjes gezonder zijn, en tosti of een Turkse pizza.

Discussie
De ontbijtmeter maakt deel uit van het lesmateriaal van het Nationaal Schoolontbijt. Dit ontbijt wordt jaarlijks georganiseerd met als doel kinderen te leren hoe belangrijk ontbijt is en een gezond ontbijt is. Of het Nationaal Schoolontbijt daar het goede voorbeeld in geeft, is ook dit jaar weer een punt van discussie.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Nachtdienst verstoort vet- en koolhydraatstofwisseling


Nachtdienst verstoort vet- en koolhydraatstofwisseling

In de nacht vertragen biologische processen zoals de glucose- en vethuishouding. ’s Nachts eten kan daardoor leiden tot hogere glucosespiegels in het bloed en een grotere opslag van vet in het lichaam dan overdag het geval zou zijn. Hierdoor kunnen overgewicht en prediabetes ontstaan. Mensen die ’s nachts werken, lopen daardoor een verhoogd risico om diabetes of hart- en vaatziekten te ontwikkelen. Dat schrijft de Gezondheidsraad in het nieuwe rapport “Gezondheidsrisico’s door nachtwerk“.

Geen sterk bewijs voor metabool syndroom

Hoe langer iemand al nachtdiensten draait, hoe groter de kans wordt. Zo heeft iemand die al 40 jaar nachtdiensten draait, 7 – 8 procent meer kans op diabetes type 2 en hart- en vaatproblemen. Voor een relatie tussen nachtdienst en het metabool syndroom vond de Gezondheidsraad geen sterk bewijs. Om dit vast te kunnen stellen zijn er niet genoeg onderzoeken gedaan.

Slaapproblemen op korte termijn

Op de korte termijn veroorzaken nachtdiensten vooral slaapproblemen. Verkorte slaapduur, verslechterde slaapkwaliteit en vermoeidheid komen naar schatting anderhalf tot ruim tweemaal vaker voor bij nachtwerkers dan bij mensen die overdag werken.

Advies

In Nederland werken 1,3 miljoen mensen soms of regelmatig ’s nachts. Dat komt neer op 15 procent van de beroepsbevolking. De Gezondheidsraad brengt het advies uit naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om nachtwerk zoveel mogelijk te beperken. Waar dat niet mogelijk is verwijst de Gezondheidsraad naar een eerder uitgebracht rapport over de mogelijkheden van preventie bij nachtwerk.

Bron: Nieuws voor Diëtisten