Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar het effect van een ketogeen dieet bij mensen met obesitas of diabetes. De resultaten zijn veelbelovend en vaak beter dan van een gangbaar vetarm dieet. In een overzichtsartikel in JAMA worden de aanwijzingen op een rij gezet en komen verschillende onderzoekers aan het woord.
Maximaal 50 gram koolhydraten
Bij een ketogeen dieet ligt de inname van koolhydraten tussen 20 en 50 gram per dag. Hierdoor daalt de insulineproductie, gaat het lichaam over op vetverbranding en vormt de lever ketonen uit vetzuren, die als brandstof dienen voor in ieder geval de hersenen. Deze ketonen zouden ook verantwoordelijk kunnen zijn voor een verminderd hongergevoel. Dit wordt vaak gerapporteerd bij mensen die een ketogeen dieet volgen.
Groter gewichtsverlies
Een ketogeen dieet gaat in onderzoek gepaard met een groter gewichtsverlies dan een vetarm dieet. Zo was het gewichtsverlies door een ketogeen dieet 9,7 procent en door een vetarm dieet slechts 2,1 procent in een recente 8-weekse gerandomiseerde studie onder 34 obese ouderen. Dit is in lijn met een eerdere meta-analyse van 13 gerandomiseerde studies onder ruim 1200 deelnemers die minimaal een jaar een ketogeen dieet of een vetarm dieet volgden.
Nieuw onderzoek
Komende zomer start de Amerikaanse Framingham State University een nieuw 3-jarig onderzoek naar het ketogeen dieet bij mensen met overgewicht of obesitas. Het ketogeen dieet wordt daarbij vergeleken met een vetarm dieet met weinig of veel toegevoegde suikers. Volgens prof. David Ludwig, een van de hoofdonderzoekers, heeft een ketogeen dieet een ander effect op het metabolisme dan andere diëten. In eerder onderzoek ontdekte hij dat een vetarm dieet het rustmetabolisme met meer dan 400 kcal/dag verlaagt, terwijl een ketogeen dieet geen noemenswaardige daling liet zien. Ludwig: ‘De kwaliteit van de gegeten calorieën kan dus van invloed zijn op de hoeveelheid calorieën die verbrand worden.’
Gunstig effect op diabetes
Ook bij diabetes type 2 laat het ketogeen dieet een gunstig effect zien, zo blijkt uit de nog lopende Virta Health studie van de University of California onder 262 mensen met diabetes type 2. Na 10 weken is niet alleen het gewicht met gemiddeld 7,2 procent gedaald, maar zijn er ook verbeteringen te zien in de insulinegevoeligheid. Het percentage deelnemers met HbA1c-waarden onder 48 mmol/mol steeg van 20 naar 56 procent. Diabetesmedicatie kon bij 57% van de deelnemers worden verminderd of gestopt. Na 6 maanden volgde 89 procent van de deelnemers het dieet nog en was het gewichtsverlies gemiddeld 12 procent. De studie loopt in totaal 5 jaar en binnenkort worden de 1-jaar cijfers gepubliceerd.
Goed voor hart en bloedvaten?
Je zou het misschien niet verwachten van een dieet dat veel vet en verzadigd vet bevat, maar het ketogeen dieet lijkt volgens deskundigen ook gunstig voor hart- en bloedvaten. Het triglyceridegehalte en de bloeddruk dalen en het HDL-cholesterolgehalte stijgt. Het LDL-cholesterolgehalte stijgt weliswaar, maar er lijkt daarbij een verschuiving op te treden van schadelijke kleine LDL-deeltjes naar minder schadelijke grote LDL-deeltjes. Volgens dr. Rick Hecht, onderzoeksdirecteur van University of California, wegen de eventuele nadelen van verzadigd vet ruimschoots op tegen de voordelen van het minderen met koolhydraten.
Geen do-it-yourself dieet
Deskundigen benadrukken dat het ketogeen dieet niet iets is dat mensen op eigen houtje kunnen volgen. Er is begeleiding nodig bij het samenstellen van de voeding en toezicht van een arts is gewenst indien mensen diabetesmedicatie of bloeddrukverlagers gebruiken. De koolhydraatbeperking is niet altijd levenslang nodig. Als het streefgewicht is bereikt, kan de hoeveelheid koolhydraten meestal weer wat omhoog. De maximale hoeveelheid koolhydraten zonder weer in gewicht toe te nemen, varieert van persoon tot persoon.
Tag: gezondheid
‘De ongelijkheid in gezondheid neemt toe’
‘Als ik een dag burgemeester van Amsterdam zou zijn, dan zou ik de voedselomgeving van Amsterdam veranderen. Er is veel te veel ongezond aanbod van goedkoop inferieur gemaksvoedsel.’ Dat zegt VU-hoogleraar Jaap Seidell in de podcast ”De gelukkige stad” over de gezondheid en de gezondheidszorg in Amsterdam. Gemiddeld gaat het goed met de gezondheid van de Amsterdammer, maar de verschillen worden wel steeds groter.
Levensverwachting
De gemiddelde levensverwachting tussen Amsterdamse wijken is erg groot: de levensduur kan wel 6 jaar schelen. Mensen in achterstandswijken leven gemiddeld 15 jaar in ongezondheid. Verschillen tussen gezondheid zijn al zichtbaar op jonge leeftijd, zo blijkt uit onderzoek.
Preventie
Preventie moet veel belangrijker worden, vindt Seidell. De meeste kosten in de gezondheidszorg worden gemaakt voor ziekten die grotendeels kunnen worden voorkomen of uitgesteld door gezonde leefstijl. Het idee dat burgers zelf verantwoordelijk zijn, gaat voorbij aan het feit dat het veel mensen niet lukt om gezond te leven, bijvoorbeeld door gebrek aan kennis en vaardigheden, of door een ongezonde omgeving.
Voorlichting werkt niet
‘Voorlichting helpt vaak niet: er wordt maar een klein deel begrepen of folders worden niet gelezen. We moeten steeds meer in gesprek in de wijk om barrières te ontdekken’, zegt Seidell. Ook is hij een groot voorstander van het serveren van een gezonde lunch op school, net zoals in Frankrijk en Scandinavië. De podcast is terug te luisteren op De Gelukkige Stad.
In de afgelopen 6 jaar is het zoutgehalte van voedingsmiddelen gemiddeld met slechts 11 procent afgenomen. Dat blijkt uit de zoutmonitoring van 404 voedingsmiddelen, uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De zoutdaling gaat volgens het Voedingscentrum te langzaam om het doel te halen: maximaal 6 gram zout per dag in 2020. Hiervoor is een veel grotere zoutdaling van 30 procent nodig.
Sterkste dalers
Het zoutgehalte is het meest gedaald in de productgroepen (groente)conserven (-34 procent), kaas (-27 procent), kant-en-klaarmaaltijden (-24 procent) en brood (-16 procent). In de productgroep sauzen is geen reductie van zout waarneembaar, maar juist een toename van 8 procent.
Maximum-normen voor zout
De afgelopen jaren zijn vanuit het “Akkoord verbetering productsamenstelling” afspraken gemaakt over het maximumgehalte aan zout in sommige productgroepen. Voor de productgroep groenteconserven voldoet 83 procent aan de afgesproken normen, voor soep en bouillon is dat 86 procent en voor specifieke vleeswaren 73 procent. Verder is opvallend dat circa 50 procent van de bouillonblokjes in 2017 nog niet voldeed aan de afgesproken norm.
Noten zijn gunstig voor gewichtsbehoud
Vroeger werden noten vaak afgeraden voor wie wilde afvallen, maar recent onderzoek laat zien dat noten juist de kans verkleinen op overgewicht en obesitas. Een dagelijkse consumptie van minimaal 6 gram noten (en pinda’s) is juist gunstig voor gewichtsbehoud. Dat blijkt uit gegevens van de EPIC-studie onder ruim 373.000 volwassen uit 10 Europese landen, waaronder Nederland, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.
Minder gewichtstoename
Na 5 jaar bleken de deelnemers gemiddeld 2,1 kg te zijn aangekomen. Om te kijken of het eten van noten verband houdt met de gewichtstoename, hebben de onderzoekers de deelnemers afhankelijk van hun notenconsumptie verdeeld in 4 groepen. De groep die de meeste noten at, minimaal 6 gram per dag en gemiddeld 12 gram per dag, was niet meer aangekomen, maar juist iets minder dan gemiddeld: 2,0 kg. Dat verschil lijkt weinig, maar het zorgde er wel voor dat de deelnemers 5% minder kans hadden om overgewicht of obesitas te krijgen. Het onderzoek is gepubliceerd in European Journal of Nutrition.
Fast food uit de natuur
Volgens de onderzoekers zijn noten dus geen obesogene voedingsmiddelen, maar eerder fast foods uit de natuur: ‘Noten hebben de eigenschappen van een ideaal voedingsmiddel dat je altijd en overal kunt eten, want ze zijn bij kamertemperatuur te bewaren en eenvoudig mee te nemen. Ze zijn zeer verzadigend en leveren goede vetten, eiwitten, vitamines, mineralen en bioactieve stoffen. Ook zijn ze geschikt als vleesvervanger.’
De inhoud van voedselpakketten van de voedselbank voldoet niet aan de Richtlijnen goede voeding. Ook lukt het voedselbankklanten niet om hun voeding zodanig aan te vullen dat deze alsnog voldoet aan de richtlijnen. Voedselbankklanten krijgen daardoor te weinig groente, fruit, vis en vezels binnen en te veel verzadigd vet. Dit blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam bij ruim 165 voedselbankklanten van 12 verschillende voedselbanken verspreid over heel Nederland. Het onderzoek is gepubliceerd in European Journal of Nutrition.
Zorgwekkend
Voedselbankklanten eten niet alleen ongezonder dan de gemiddelde Nederlander. Dat geldt ook in vergelijking met andere mensen met een lage sociaal economische status, die geen gebruik maken van de voedselbank. De onderzoekers noemen de situatie zorgwekkend. Voedselbankklanten hebben hierdoor een hoger risico op bijvoorbeeld overgewicht, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.
Ondanks alle beloftes van de industrie is de gemiddelde hoeveelheid suiker in producten de afgelopen jaren niet minder geworden. Dat moet nu echt veranderen, vindt het Diabetes Fonds. Met de campagne “Halve maatregelen” wil het fonds dat de industrie het suikergehalte in hun producten met 30% vermindert en het aanbod in gezonde alternatieven vergroot. De supermarkten worden opgeroepen meer schapruimte vrij te maken voor suikerarm en suikervrij en ook duidelijker te maken welke producten geen of weinig suiker bevatten.
Goede sier
Volgens het Diabetes Fonds willen consumenten best wel gezonder eten, maar wordt ze dat bepaald niet makkelijk gemaakt. Misleidende verpakkingen en letterlijk kleine lettertjes op de etiketten maken het voor veel consumenten bijvoorbeeld moeilijk om in één oogopslag te bepalen welke producten veel of weinig suiker bevatten.
Suikerklep en petitie
Onderdeel van de campagne is een “Suikerklep” waarmee het Diabetes Fonds de straat op gaat om de consument op ludieke wijze te “beschermen” tegen de vele suikerverleidingen onderweg en in de schappen. Verder is er een online petitie die iedereen kan tekenen om de politiek duidelijk te maken dat het tijd wordt om actie te ondernemen.
Wat is het effect van verse, onbewerkte voeding, beweging en ontspanning op de ervaren ziektelast en kwaliteit van leven bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa (samen ook wel IBD genoemd)? Dat gaan Voeding Leeft, het Leids Universitair Medisch Centrum en de Maag Lever Darm Stichting onderzoeken in een pilot van 3 maanden bij 200 patiënten. De werving van deelnemers is net gestart en vanaf 1 januari gaat de pilot “IBD, eet je mee?” van start. En team van experts, waaronder een diëtist is betrokken bij de pilot.
Rol van voeding onderbouwen
Na eetprogramma’s bij diabetes type 2, MS en reumaricht Voeding Leeft zich nu op IBD. Gezonde voeding is heel belangrijk bij IBD. Toch wordt voeding in de spreekkamer niet altijd serieus genomen en krijgen voeding en leefstijl niet altijd een plek in de behandeling. Het eetprogramma voor IBD moet gaan resulteren in wetenschappelijke onderbouwing van de rol van voeding bij de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa. Bij goede resultaten zou een dergelijk eetprogramma in de behandeling van IBD meegenomen kunnen worden. Hiervoor is wel overleg nodig met MDL-artsen en zorgverzekeraars.
Workshop, terugkomdagen en online community
De pilot start in januari 2018 met een dag met workshops over voeding en leefstijl. Deelnemers krijgen een werk- en receptenboek mee naar huis. Na een maand en na twee maanden zijn er terugkomdagen om ervaringen uit te wisselen. In de tussenliggende periode kunnen deelnemers ervaringen uitwisselen en vragen stellen via een besloten online community die begeleid wordt door experts. Na 3 maanden kunnen deelnemers zelf verder aan de slag met handvatten en tips om hun voeding en leefstijl aan te passen.
Salade met olie gezonder dan zonder olie
Het lichaam neemt voedingsstoffen uit een salade beter op als je het combineert met een beetje olie. Voor bètacaroteen was een dergelijk effect al langer bekend, maar het blijkt ook op te gaan voor andere vetoplosbare vitamines en andere carotenoïden. Zo zorgt de combinatie van salade met olie voor een betere opname van de vitamines A, E en K en van 4 carotenoïden (alpha- en bètacaroteen, luteïne en lycopeen). Bij het eten van dezelfde salade zonder olie is er minder of niets van deze microvoedingsstoffen in het bloed terug te zien. Dat blijkt uit onderzoek van de Iowa State University, gepubliceerd in American Journal of Clinical Nutrition.
Hoe meer olie, hoe groter effect
In het onderzoek kregen 12 vrouwen op 5 verschillende gelegenheden een salade te eten, bestaand uit romainesla, spinazie, wortel en cherrytomaten. Iedere salade bevatte een dressing met 0, 2, 4, 8 of 32 gram soja-olie. De hoeveelheid olie in de salade bleek van invloed op de opname van nutriënten. Hoe meer olie er was toegevoegd, hoe beter het lichaam de voedingsstoffen opnam. De beste resultaten waren te zien bij 32 gram, wat overeenkomt met ongeveer 2 eetlepels olie. ‘Simpel gezegd zorgt twee keer meer dressing voor twee keer meer opname van de voedingsstoffen’, aldus de onderzoekers. Toch is dit volgens de onderzoekers geen vrijbrief om eindeloos veel olie te gebruiken, maar mensen moeten zeker niet bang zijn om olie aan hun salade toe te voegen.
In de nacht vertragen biologische processen zoals de glucose- en vethuishouding. ’s Nachts eten kan daardoor leiden tot hogere glucosespiegels in het bloed en een grotere opslag van vet in het lichaam dan overdag het geval zou zijn. Hierdoor kunnen overgewicht en prediabetes ontstaan. Mensen die ’s nachts werken, lopen daardoor een verhoogd risico om diabetes of hart- en vaatziekten te ontwikkelen. Dat schrijft de Gezondheidsraad in het nieuwe rapport “Gezondheidsrisico’s door nachtwerk“.
Geen sterk bewijs voor metabool syndroom
Hoe langer iemand al nachtdiensten draait, hoe groter de kans wordt. Zo heeft iemand die al 40 jaar nachtdiensten draait, 7 – 8 procent meer kans op diabetes type 2 en hart- en vaatproblemen. Voor een relatie tussen nachtdienst en het metabool syndroom vond de Gezondheidsraad geen sterk bewijs. Om dit vast te kunnen stellen zijn er niet genoeg onderzoeken gedaan.
Slaapproblemen op korte termijn
Op de korte termijn veroorzaken nachtdiensten vooral slaapproblemen. Verkorte slaapduur, verslechterde slaapkwaliteit en vermoeidheid komen naar schatting anderhalf tot ruim tweemaal vaker voor bij nachtwerkers dan bij mensen die overdag werken.
Advies
In Nederland werken 1,3 miljoen mensen soms of regelmatig ’s nachts. Dat komt neer op 15 procent van de beroepsbevolking. De Gezondheidsraad brengt het advies uit naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om nachtwerk zoveel mogelijk te beperken. Waar dat niet mogelijk is verwijst de Gezondheidsraad naar een eerder uitgebracht rapport over de mogelijkheden van preventie bij nachtwerk.
Helpt een Vitamine D supplement om sneller van je verkoudheid af te komen?
De belangrijkste bron voor vitamine D is zonlicht. Vette vis zoals zalm en makreel bevatten veel vitamine D, in Nederland wordt vitamine D toegevoegd aan margarine, halvarine en bak- en braadproducten. In de wintermaanden halen wij onvoldoende vitamine D uit de zon en is een supplement aanbevolen. De wintermaanden zijn die tijd van het jaar dat weer veel mensen verkouden zijn. Maar helpt vitamine D dan om sneller van je verkoudheid af te komen? Vitamine D is er belangrijk voor het afweersysteem. De laatste tijd is er veel in het nieuws voorbij gekomen dat een vitamine D supplement de kans om verkouden te worden verkleint. In onderzoek is er helaas onvoldoende aangetoond dat het risico om verkouden te worden wordt vermindert. Toch heeft het nemen van een vitamine D supplement veel voordelen op ander gebied! Zoals het behoud van sterke botten en tanden en zelfs een verkleinde kans op depressie.
Bronnen: Voedingscentrum & Gezondheidsnet