Categorieën
Nieuws

Is het nodig om mijn kind speciale peutermelk te geven?

In het AD verscheen een artikel over verrijkte peutermelk. Uit onderzoek is gebleken dat een deel van de jonge kinderen een tekort heeft aan ijzer en/of vitamine D. Twee kinderartsen die betrokken waren bij de uitvoering van het onderzoek, adviseren daarom kinderen van 1 tot 3 verrijkte peutermelk te geven. Het Voedingscentrum ondersteunt dit advies niet. “Het is een schijnoplossing,” zegt Astrid Postma-Smeets, expert Voeding en Gezondheid bij het Voedingscentrum.

“Wij zien liever dat ouders hun kinderen zo vroeg mogelijk gezond leren eten. Dan bedoel ik groente en fruit, maar ook volkoren granen, vlees en vette vis. Het is een te gemakkelijke oplossing om te zeggen: geef ze maar verrijkte peutermelk om mogelijke tekorten te voorkomen, want daar zitten in ieder geval goede voedingstoffen in. Het is een schijnoplossing. Natuurlijk kan het soms moeite kosten om je kinderen gezond te laten eten maar de kans dat het later gezond en gevarieerd eet is veel groter als je je kind zo jong mogelijk kennis laat maken met veel verschillende smaken en structuren. En ja, daar hoort af en toe bij dat de spinazie tegen het plafond belandt.”

Onderzoek

Het onderzoek werd uitgevoerd onder Nederlandse, Duitse en Britse kinderen van 1 tot 3 jaar. Uit het onderzoek bleek dat 12% van de jonge kinderen een ijzertekort heeft en 23% een vitamine D-tekort. Het onderzoek is uitgevoerd door meerdere ziekenhuizen, waaronder het Juliana Kinderziekenhuis/Haga Ziekenhuis, het AMC, VUmc en het Erasmus VC.

Astrid Postma-Smeets: ”De EFSA, de Europese voedselveiligheidsorganisatie bestudeert onderzoeken hierover al jaren. Ook verenigingen van kinderartsen op Europees niveau houden het nauwkeurig in de gaten. Toch heeft dit nergens geleid tot een advies om verrijkte peutermelk te geven. Ik vind het echt een te gemakkelijke oplossing. Alsof je zegt: we geven het maar op.”

Advies blijft hetzelfde

Het Voedingscentrum blijft bij het advies om kinderen na 1 jaar over te laten stappen op gewone koemelk. Melkproducten zijn vooral belangrijk voor de calcium en de vitamines B2 en B12. Maar hoeveel is goed om te geven? “Twee bekertjes van 150 ml zijn genoeg voor een kind tot 4 jaar. Dat kan halfvolle koemelk zijn, maar ook karnemelk, of yoghurt of een plantaardige vervanger op basis van soja.”


Vitamine D

Wat wel erg belangrijk is voor ouders om te weten, is dat een vitamine D supplement geven wel echt tekorten voorkomt. Kinderen tot 4 jaar wordt geadviseerd om elke dag 10 microgram vitamine D in de vorm van druppels of een tabletje te geven.

Waarom is dat nodig? “Er is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar het belang van vitamine D, voor bijvoorbeeld sterke botten en tanden. Daaruit blijkt keer op keer dat het heel belangrijk is dat kinderen er genoeg van binnen krijgen. Te weinig vitamine D bij kinderen kan ernstige klachten veroorzaken zoals afwijkingen aan het skelet. Nee, vroeger gold het advies niet voor vitamine D en ja, de meeste van ons zijn groot geworden zonder al te veel klachten. Maar we weten nu veel meer.”

IJzer

IJzer zit vooral in rundvlees, brood en groenten. Het lichaam neemt ijzer uit vlees beter op dan ijzer uit plantaardige producten. Als je groenten of fruit die rijk zijn aan vitamine C eet bij je maaltijd wordt het ijzer uit plantaardige producten zoals bijvoorbeeld brood beter opgenomen.

Heb jij een eter met een eigen wil? Lees deze tips voor de eetopvoeding

Medische problemen

Verrijkte peutermelk is niet gevaarlijk. Behalve dat zijn er natuurlijk uitzonderingen, zegt Postma-Smeets: “Bijvoorbeeld bij kinderen die ziek zijn, moeilijk kunnen kauwen of slikken of bijvoorbeeld een voedselallergie hebben. Bij deze kinderen moet de behandelend arts en diëtist per kind bekijken hoe hij aan zijn voedingsstoffen komt en of verrijkte peutermelk in die situatie past.”

Hoe leer je je kind gezond eten?

Als je kind gezond eet, krijgt hij de bouwstoffen binnen die hij nodig heeft. En je creëert de beste basis voor je kind.

• Geef vooral gezond. Af en toe snoepen kan, maar zorg dat de basis gezond is met de Schijf van Vijf.
• Varieer met soorten voedingsmiddelen en smaken. Zo leert hij meer smaken herkennen en waarderen.
• Bied verschillende texturen en structuren aan. Wissel af met hard, en zacht, grof en fijn.
• Blijf groente aanbieden. Met veel herhaling went je kind vanzelf aan een nieuwe smaak. Maak het eventueel op een andere manier klaar en als het bij één hapje blijft: prima. Soms zal je kind wel 10 tot 15 keer moeten proeven voordat hij aan een smaak gewend is.

Categorieën
Nieuws

46% mensen met voedselovergevoeligheid verzuimt elke maand


46% mensen met voedselovergevoeligheid verzuimt elke maand

Door: Angela

46% van de mensen met voedselovergevoeligheid verzuimt elke maand

Een voedselovergevoeligheid heeft flinke impact op het leven van mensen. De mate waarin de voedselovergevoeligheid van invloed is op het dagelijks leven wordt beoordeeld met een gemiddelde score van 3,7 (bij een schaalverdeling van 0 = niet van invloed tot 5 = van grote invloed). Bijna de helft meldt zich minimaal 1 keer per maand ziek ten gevolge van de voedselovergevoeligheid. Bij 27% gaat het zelfs om minimaal 4 dagen per maand. Dat blijkt uit afstudeeronderzoek onder 866 mensen met een voedselovergevoeligheid, uitgevoerd door studenten Voeding en Diëtetiek van de Haagse Hogeschool in opdracht van het Allergieplatform.

Top 5

De meest genoemde voedselovergevoeligheden in het onderzoek zijn voor:

  1. Lactose
  2. Koemelk
  3. Gluten
  4. Noten
  5. Pinda


Sociaal isolement

In het onderzoek is gevraagd naar de gevolgen van de voedselovergevoeligheid op medisch, maatschappelijk en sociaal gebied. Enkele genoemde gevolgen zijn: lichamelijke klachten, verminderde prestatie op school en/of werk, slechter slapen, hoge extra kosten, onbegrip en onwetendheid van de omgeving en sociaal isolement. Marloes Collins, directeur van het Allergieplatform, maakt zich vooral zorgen om het laatste. ‘De reacties van mensen in je omgeving kunnen vaak enorm confronterend zijn. Alsof je er voor kiest een allergie te “nemen” om het hen lastig te maken bij verjaardagen of etentjes. Uit het onderzoek is gebleken dat sociale evenementen vaak vermeden worden vanwege deze negatieve reacties.’

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Gezondere aankopen in online supermarkt

Gezondere aankopen in online supermarkt

Door: Angela

Gezondere aankopen in online supermarkt

Wie via internet boodschappen doet, koopt de helft minder ongezonde snacks dan mensen die in een fysieke supermarkt hun inkopen doen. Online bestaat gemiddeld 5,6% van de inkopen uit ongezonde snacks, tegenover 11,1% offline. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Gent onder circa 166.000 consumenten die ofwel enkel online boodschappen bestellen, ofwel alleen offline winkelen.

Ongezonde snacks

Een soortgelijk resultaat is gevonden bij circa 4.300 consumenten die afwisselen tussen online bestellen en offline winkelen. Online bestaat gemiddeld 5,7% van hun inkopen uit ongezonde snacks tegenover 10,4% offline. Onder ongezonde snacks scharen de onderzoekers zoute snacks, chips, chocolade en snoep. Ook voor elk van deze categorie afzonderlijk werd hetzelfde, eenduidig verband gevonden: online geeft men er proportioneel minder aan uit.

Minder verleidingen

Volgens de onderzoekers staan consumenten in de supermarkt bloot aan meer verleidingen dan op internet. Bij ongezonde voeding gaat het vaak om ongeplande aankopen. Hierdoor belandt er proportioneel meer ongezonde voeding in het fysieke winkelmandje dan in het virtuele winkelmandje.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Info

Zout

Zout

Zout. DE smaakversterker in vele gerechten die we maken. Een leven zonder zout kunnen wij ons niet meer voorstellen. Het wordt overal voor gebruikt: salades, maaltijden, soepen en sauzen. Bestaat er überhaupt nog gerecht waar we geen zout voor gebruiken?

Uit het onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu blijkt dat Nederlanders steeds meer zout binnen krijgen. Het maximum is nu 6 gram per dag. Nederlanders nemen gemiddeld 9 gram zout per dag.

Wat zijn de gevolgen van een te hoge zoutinname?
Te veel zout verhoogt de bloeddruk en het risico op nierziekten, hart- en vaatziekten, maagkanker en botontkalking.

Mensen krijgen vooral te veel zout binnen doordat ze bewerkt voedsel eten, zoals kant-en-klare maaltijden, soepen, sauzen, snacks, vleeswaren, brood en kaas. Ongeveer 80% van het zout dat we eten komt uit bewerkt voedsel. Een beperkt deel voegen we zelf toe aan de maaltijd. Fabrikanten hebben afgesproken het zoutgehalte in de producten te verlagen. Bij sommige producten is dit gelukt, maar de onderzoekers van het RIVM geven aan dat de productverbetering zich nog niet heeft vertaal naar een aantoonbare lagere zoutinname.

Wil je minder zout eten? Kies van voor onbewerkte producten. Maak de producten die je wil eten zelf klaar, in plaats van dat je ze in de supermarkt koopt. Breng je eten op smaak met peper, knoflook en verse of gedroogde kruiden. Verder kun je de zoutinname beperken door slimme keuzes te maken in de winkel: vergelijk de etiketten van twee vergelijkbare producten en kies het product met het minste zout. Filmpje

Wil je weten hoeveel zout jij binnenkrijgt? Vul dan de Eetmeter van het voedingscentrum in. Zo kan je zien of jij voldoet aan de aanbeveling.

Bron

Categorieën
Info

HOT ITEM: Automobilisten zijn 4 kilogram zwaarder dan fietsers

Mensen die de auto gebruiken als vervoersmiddel zijn gemiddeld 4 kilogram zwaarder dan de mensen die vaker de fiets kiezen. Dit blijkt uit een nog lopend onderzoek van onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) onder tot nu toe 11.000 vrijwilligers in zeven Europese steden: Antwerpen, Londen, Barcelona, Rome, Wenen, Zurich en Orebro (Zweden).

Hoe valt dit verschil van 4 kilogram te verklaren? Volgens de onderzoekers is een oorzakelijk verband tussen fietsen en een lager gewicht niet aan te tonen in het onderzoek. Wel wil het onderzoek achterhalen hoe de mensen keuzes maken voor de manier van transport en ook welke maatregelen steden kunnen nemen om fietsen en wandelen te stimuleren.

Verschil in calorieën
Fietsen, 16-19 kilometer/uur, lichte inspanning, 30 minuten: 231.2 calorieën Auto: 30 minuten, 68 calorieën

Misschien toch nog maar een extra rondje fietsen? Wie weet scheelt het wel 4 kilogram op de weegschaal..

Bron

Categorieën
Info

Onderzoek: Is koolhydraatbeperkt eten dé manier af te vallen?

Er is veel discussie over welk dieet het beste is om af te vallen. Weinig koolhydraten eten (koolhydraatbeperkt) om af te vallen is een van de manieren die in de belangstelling staat. Onderzoek toont positieve effecten hiervan, maar het is onduidelijk of dit op lange termijn ook geldt.

meetlint

Vrijwel alle afvaldiëten kunnen leiden tot gewichtsverlies, al is dat vaak tijdelijk. Om af te vallen moet je minder energie (calorieën) binnenkrijgen, dan je verbruikt. Voor een gezond lichaam is niet alleen gewicht belangrijk; ook speelt bijvoorbeeld het percentage vet van je lichaam mee. Japanse onderzoekers bekeken daarom 14 studies naar het effect van een koolhydraatbeperkt dieet op gewichtsverlies én op het vetpercentage van het lichaam.

Wat zijn koolhydraten precies?

Suikers, zetmeel en vezels zijn vormen van koolhydraten in onze voeding. Suikers en zetmeel zijn koolhydraten die een belangrijke bron van energie zijn voor het lichaam. De Gezondheidsraad adviseert dat wie gezond wil eten, minimaal 40% van zijn energie uit koolhydraten haalt.

Opzet van de studies

In alle studies werd een koolhydraatbeperkt dieet vergeleken met een ander afvaldieet, om de gegevens te kunnen vergelijken: het controledieet. In 8 studies kregen de deelnemers een dieet met heel weinig koolhydraten, ongeveer 50 gram of 10% van de calorieën was afkomstig van koolhydraten. In 7 studies werd een minder streng koolhydraatbeperkt dieet gegeven; daarbij was ongeveer 40% van de calorieën afkomstig van koolhydraten. Alle deelnemers hadden overgewicht of obesitas.

Resultaten: minder gewicht en lager vetpercentage

Zowel het koolhydraatbeperkte dieet als het controledieet zorgden voor gewichtsverlies en een lager vetpercentage. Mensen die een koolhydraatbeperkt dieet kregen verloren meer gewicht en hadden een lager vetpercentage dan mensen die een controledieet kregen.

Duur onderzoek belangrijk

Sommige onderzoeken duurden langer dan 12 maanden, andere korter. Omdat mensen na een periode van gewichtsverlies vaak weer aankomen, is het belangrijk om juist te kijken naar de studies die langere dan 12 maanden duurden. Wanneer alleen gekeken werd naar de studies die langer dan 12 maanden duurden, leidde een koolhydraatbeperkt dieet niet tot meer gewichtsverlies dan het controledieet, maar wel tot een lagere vetmassa.

Heel koolhydraatarm tegenover koolhydraatarm

Wanneer apart gekeken werd naar de resultaten van het dieet met heel weinig koolhydraten en het minder strenge koolhydraatbeperkte dieet, bleek dat het sterk beperkte lage koolhydraat dieet samenhing met meer afname in gewicht en vetmassa dan in de controlegroep, maar het minder strenge koolhydraatbeperkte dieet niet. Jammer genoeg zijn er te weinig onderzoeken uitgevoerd met een zeer laag koolhydraatdieet die langer dan 12 maanden duurden. Er kan dus niets gezegd worden over het effect van een zeer laag koolhydraatdieet op de lange termijn.

Onzekerheden bij resultaten

Er zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen bij de resultaten. Een dieet dat laag in koolhydraat is, is hoog in eiwit of vet. De gevonden effecten kunnen dus ook toegeschreven worden aan eiwit of vet. Van eiwit is bekend dat het een verzadigd gevoel geeft. Ook hadden veel deelnemers aan de studies moeite zich aan de diëten te houden.

Conclusies van de onderzoeken

De onderzoekers zijn voorzichtig in hun conclusies. Een koolhydraatbeperkt dieet is mogelijk effectief voor de afname van vetmassa bij mensen met overgewicht en obesitas. Maar er is te weinig bewijs voor een duidelijk effect van een koolhydraatbeperkt dieet op lichaamssamenstelling door kleine aantallen deelnemers, korte onderzoek duur en doordat niet alle studies zijn gepubliceerd.