Categorieën
Nieuws

Onderzoek naar effect eiwitverrijkte voeding voor operatie

Onderzoek naar effect eiwitverrijkte voeding voor operatie


Onderzoek naar effect eiwitverrijkte voeding voor operatie

Hoe doorstaan oudere hartpatiënten hun hartklepoperatie als ze in de voorafgaande weken thuis al eiwitverrijkte producten eten? Het St. Antonius Ziekenhuis doet hier komende jaren onderzoek naar. Gedurende 2 weken voor de operatie krijgen oudere hartpatiënten eiwitverrijkte voeding thuis bezorgd. Het gaat om brood, fruitsap, soep, zuivel en koekjes. Onderzocht wordt of dagelijks gebruik van deze producten de overlevingskans vergroot, het herstel na de ingreep versnelt en de kwaliteit van leven naderhand verbetert.

Ondervoeding

Het St. Antonius Ziekenhuis wil jaarlijks aan circa 200 patiënten met hartklepproblemen vragen om aan het onderzoek mee te doen. Een hartklep vervangen kan tot op hoge leeftijd, maar de uitkomsten zijn bij oudere patiënten vaak minder goed dan bij jongere patiënten. Ouderen liggen vaak langer in het ziekenhuis, hebben eerder last van complicaties en komen vaker terug voor een heropname. Ondervoeding heeft daarbij een negatieve impact op de behandelresultaten, zo blijkt uit diverse studies.

Hoge eiwitbehoefte

Oudere mensen hebben meer eiwitten nodig om in een goede, gezonde voedingstoestand te blijven. Dat geldt des te meer wanneer ze moeten aansterken na een operatie. In het algemeen vermindert de eetlust ook nog bij veel senioren, waardoor meer eten vaak geen optie is. Door alledaagse producten te verrijken met eiwit, hoeven de deelnemers aan het onderzoek niet extra veel te eten om meer eiwitten binnen te krijgen. Uit eerder onderzoek van Universiteit Wageningen bleek dat mensen die de betreffende verrijkte producten frequent gebruiken dagelijks anderhalf keer meer aan eiwitten binnenkrijgen, zónder meer te hoeven eten.

Nieuws voor diëtisten

Categorieën
Nieuws

Afvallen is voor Linda de Mol net zo lastig als voor ieder ander

‘Afvallen is voor Linda de Mol net zo lastig als voor ieder ander’


‘Afvallen is voor Linda de Mol net zo lastig als voor ieder ander’

Linda de Mol is op 20 maart begonnen met “LINDA.lijnt”. De presentatrice/actrice heeft een BMI van 26,5 en wil in 6 weken 5 kilo afvallen. Ze vlogt over haar afvalpoging en roept mensen op met haar mee te lijnen. Diëtist Corinne van Acht van Voedingsadviesbureau Food and Wellness is betrokken bij dit project. Ze schrijft blogs en beantwoordt in een livestream op Facebook wekelijks vragen van consumenten. Ze ziet deze “hype” als een leuke ervaring én een mooie kans om de diëtist als beroepsgroep te profileren.

Hoe is Linda de Mol bij jou terecht gekomen?

‘Eigenlijk via via. Iemand die ik ken, bleek te weten dat Linda op zoek was naar een diëtist om te betrekken bij haar afslankpoging. Mijn naam is doorgegeven en later werd ik benaderd. Overigens begeleid ik haar niet persoonlijk. Ik krijg haar dagmenu’s toegestuurd en die bereken ik. Ook geef ik haar tips. Zo gebruikt ze soms weinig zuivel en zou ik liever zien dat ze iets meer calorieën binnenkrijgt. Ze wil zelf per se vasthouden aan 1500 kcal per dag. Ik vind dat vrij laag, omdat ze ook 4 keer per week sport met haar personal coach Carlos Lens. Ik vind 1600-1700 kcal net iets beter.’

Volgt ze je tips op?

‘Ze bedankt me er altijd vriendelijk voor en vaak zie ik dat ze er toch wat mee doet. Zo heeft ze mijn advies opgevolgd om binnen 3 uur na het sporten kwark met fruit te nemen om de spieraanmaak te stimuleren. Ook zie ik dat de dagmenu’s af en toe wat meer calorieën bevatten dan in het begin.’

Linda noemt haar dieet het “gezond verstand dieet”. Ben je het daarmee eens?’

‘Ze heeft dat zelf bedacht en ik vind dat ze het zeker op een leuke en goede manier invult. Wel vind ik haar streven om 5 kg in 6 weken af te vallen heel ambitieus. De caloriebeperking is streng, waardoor ze zich veel moet ontzeggen. De kans op afhaken is dan groter. Misschien niet voor Linda: die houdt het vast wel 6 weken vol omdat heel Nederland meekijkt. Maar het kan wel gebeuren met de mensen die met haar mee lijnen en haar soms precies nadoen. Die kunnen teleurgesteld raken als hun lichaam niet hetzelfde reageert of als ze het niet lukt om net zoveel te sporten. Nog belangrijker is de periode erna. Als Linda na deze 6 weken terugvalt in oude gewoontes, zitten die 5 kilo er binnen de kortste keren waar aan. Ik zal haar zeker ook een uitgebalanceerd langetermijnadvies willen geven!’

Is afvallen voor Linda de Mol gemakkelijker dan voor haar volgers die minder geld te besteden hebben?

‘Linda heeft dan wel haar eigen sportstudio en personal trainer, maar ze heeft ook een heel druk leven met gemiddeld 4 keer per week buiten de deur eten. Iedereen heeft zo zijn eigen struggles. Afvallen is voor Linda net zo lastig als voor ieder ander. Weinig geld hebben is geen excuus om niet af te vallen: je kunt buiten gaan hardlopen, je groenten en fruit bij een goedkope supermarkt kopen en vaker kiezen voor goedkope én gezonde peulvruchten. Waar een wil is, is een weg!’

Wat voor dieet adviseer je zelf aan cliënten?

‘Ik ben dan wel diëtist, maar geloof niet zo in diëten en calorieën tellen. Ik ben meer van een holistische benadering en probeer eerst te achterhalen wat de oorzaak van het overgewicht is en dat te doorbreken. Bij veel mensen speelt stress een rol, of een laag zelfbeeld. Iedereen heeft een zwakke plek. Verder zijn voor blijvend gewichtsverlies 3 dingen essentieel: een goede basisvoeding die je gedurende langere tijd kunt volhouden en waarmee je ongeveer een halve kilo per week afvalt, zonder honger. Zo ben ik erg gecharmeerd van het boek “Eet als een expert” van I’m a foodie en ook fan van PuurGezond: zelf koken zonder pakjes en zakjes. Je weet dan precies wat erin zit en het is vaak lekkerder en goedkoper. Daarnaast voldoende beweging, liefst een combinatie van kracht- en duursport. Dagelijks 30 minuten matig intensief en minimaal 2 uur per week intensief. En als derde en belangrijkste: een blijvende gedragsverandering. Zorg dat je in een positieve flow komt door goed voor jezelf te zorgen. Denk aan voldoende slaap en ontspanning en de tijd nemen om te eten. Yoga, mindfullnes en dagelijks mediteren kunnen daarbij helpen. Alleen met zo’n gezonde leefstijl kun je gewichtsverlies behouden.’

Nieuws voor diëtisten

Categorieën
Nieuws

Verantwoord dipsausje

Wil je een lekker verantwoord dipsausje maken voor de zaterdagavond of lekker bij een broodje shoarma? Dan kan ik je dit sausje écht aanraden!

Categorieën
Nieuws

Een eitje bij het paasontbijt

Hmmm, lekker zo’n eitje bij het paasontbijt, en nog gezond ook! Toch? Weet jij hoe gezond eieren nu echt voor je zijn?

www.powerslim.nl

Categorieën
Nieuws

Heerlijke paaseitjes

Speciaal voor Pasen zijn deze Chocolade amandelen bij mij verkrijgbaar. Ook na Pasen kun je je zelf nog een beetje verwennen met dit heerlijke extraatje!

Categorieën
Nieuws

‘In principe mag iedereen dieetadviezen geven’

Wineke Remijnse

Wie eens rondzoekt op internet, ontdekt gewichtsconsulenten die op hun website zeggen dat ze patiënten met diabetes behandelen. Of personal trainers die mensen met morbide obesitas dieetbegeleiding geven. Mag dat zomaar? En wat doet de beroepsvereniging eraan? We vroegen het aan Wineke Remijnse, beleidsadviseur van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD).

Mag dat zomaar?
‘Ja, dat mag. Gewichtsconsulenten, personal trainers, leefstijlcoaches en voedingstherapeuten, iedereen is vrij om adviezen te geven. Voor consumenten is dit een heel onduidelijke situatie. Er zijn steeds meer mensen die zeggen dat ze deskundig zijn. Maar consumenten hebben daar totaal geen zicht op. Voor de diëtist is dit ook een lastige situatie. Ze moeten opboksen tegen veel andere partijen, die vaak gebruik maken van uitgekiende marketingtechnieken.’

Maar de term diëtist is toch beschermd?
‘Ja, de kwaliteit van onze beroepsuitoefening is in de wet BIG geregeld. Wij hebben een beschermde titel, met bijbehorende opleidingseisen en beschreven deskundigheid. Wat de diëtist doet, ligt vast in richtlijnen en zorgstandaarden. Wij hebben als beroepsgroep ook een kwaliteitsregister en een klachtenloket paramedici. Wij voldoen aan de wettelijke eisen om ‘goede zorg’ te verlenen. Dat hebben die anderen allemaal niet. Maar wat we níet hebben, is het alleenrecht op het geven van dieetadviezen.

Gewichtsconsulenten mogen toch alleen gezonde mensen behandelen?
‘Dat is inderdaad de afspraak. Gewichtsconsulenten die zijn aangesloten bij de Beroepsvereniging Gewichtsconsulenten Nederland (BGN), mogen in principe alleen gezonde mensen met overgewicht behandelen. Daarvan zijn er heel veel in Nederland, en het is dus ook prima dat deze beroepsgroep er is. Gewichtsconsulenten mogen ook alleen een advies geven volgens de Richtlijnen goede voeding. Zodra er sprake is van meer aandoeningen dan alleen overgewicht, dienen ze door te verwijzen naar de diëtist.’

Maar ja, dat gebeurt dus niet altijd…
‘Nee dat klopt. We krijgen signalen dat gewichtsconsulenten ook wel mensen met diabetes en COPD behandelen. Ik zou zeggen: ga in gesprek met die gewichtsconsulent. Zorg sowieso dat je de gewichtsconsulenten in je regio kent en overleg regelmatig. Je kunt dit soort zaken ook zeker melden bij de BGN en de NVD. Er is ook een ”Meldpunt oneigenlijk dieetadvies”, dat wordt beheerd door de Diëtisten Coöperatie Nederland (DCN). Wie een klacht heeft, kan dit melden bij meldpuntoneigenlijkdieetadvies@gmail.com. We horen ook wel eens dat huisartsen een patiënt met bijvoorbeeld overgewicht en hypertensie ten onrechte doorverwijzen naar een gewichtsconsulent. Dan houdt deze arts zich niet aan de Zorgstandaard en kan hij of zij daarop aangesproken worden.’

Is dit een belangrijk punt voor de beroepsvereniging?
‘Het is een punt dat regelmatig ter tafel komt, zeker nu voeding zo in de belangstelling staat. Wij staan als NVD voor de diëtist en voor de kwaliteit van onze beroepsgroep. Het is meer dan ook belangrijk dat wij en de individuele diëtist laten zien wat onze kwaliteit is.’

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Kinderen leren groenten en fruit eten op het kinderdagverblijf

Kinderen leren groenten en fruit eten op het kinderdagverblijf

Het kinderdagverblijf is een prima plek om kinderen méér groente en fruit te leren eten. Dat blijkt uit een project van het Louis Bolk Instituut op 7 kinderdagverblijven in de regio Rotterdam en Amsterdam. De groenteconsumptie verdubbelde en de fruitconsumptie nam met 20% toe.

Hogere consumptie

Op de 7 kinderdagverblijven hebben leidsters gedurende 3 maanden extra aandacht geschonken aan groente en fruit, zowel bij baby’s als bij peuters. Bij de start van het onderzoek aten de kinderen gemiddeld 1 portie fruit en 1/3 portie groente. Na afloop aten de kinderen 1,2 portie fruit en 0,66 portie groente.

Fasen

Het onderzoek verliep in 3 fasen: in de eerste fase werden de gewone maaltijden uitgebreid met groenten en/of fruit, in de tweede fase werd een tussendoortje (zoals een soepstengel) vervangen door groenten en/of fruit en in de derde fase werd geëxperimenteerd met nieuwe gerechten, zoals smoothies en soep. Het resultaat was een hogere consumptie zowel in aantal porties als in aantal soorten. Na afloop van het project zakte de consumptie weer in. ’Blijkbaar is blijvende aandacht van leidsters cruciaal om kinderen op het kinderdagverblijf meer groente en fruit te laten eten’, concludeert onderzoeker Marieke Battjes-Fries van het Louis Bolk Instituut.

Kinderdagverblijf

Het kinderdagverblijf blijkt – naast thuis – een geschikte en effectieve plek voor het aanleren van het eten van méér groente en fruit. Zo vertelden de leidsters onder andere: ’De kinderen moesten wel even wennen en wilden de groente soms eerst niet eten, maar nu is het normaal’ en ’De meesten durfden nieuwe dingen te proeven én vinden ze lekker.” Naast ”bijzondere” fruitsoorten zoals ananas en mango zijn op een aantal locaties ook biologische producten meegenomen in het onderzoek. Samen koken, samenwerken met een kok en het introduceren van groente- of fruitthema’s waren succesvol. Meer onderzoek is nodig om te bepalen welke strategie het meest effectief is.

Film

Er is een informatief filmpje over dit project gemaakt. De onderzoeksresultaten zijn beschikbaar op de website van het Louis Bolk Instituut: rapport “Verhogen van groente- en fruitconsumptie“.

Bron: Nieuws voor Diëtisten

Categorieën
Nieuws

Koelkasttemperatuur belangrijker dan bewaarplek van melk

Volgens het Britse tijdschrift Good Housekeeping kun je melk beter niet in de deur van je koelkast bewaren. De temperatuur zou hier te hoog zijn. Ook in de Nederlandse media verschijnt dit bericht. Is het inderdaad beter om je melk niet in de koelkastdeur te bewaren? En zo ja, waar dan wel?
melk bewaren koelkastdeur
Het klopt dat de koelkastdeur de minst koude plek is om producten te bewaren. Maar als je hier een aantal dagen een geopend pak melk bewaart, is er niets aan de hand. Melk kun je geopend 3 tot 5 dagen bewaren. Veel belangrijker is de temperatuur van je koelkast, hoe lang je de koelkastdeur openlaat en hoe lang het pak buiten de koelkast staat.

4 °C ideale koelkasttemperatuur

De ideale temperatuur van je koelkast is 4 °C. Op deze temperatuur blijven producten het beste houdbaar in de koelkast. Uit onderzoek blijkt dat het in een kwart van de Nederlandse koelkasten 7 °C of warmer is. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller bacteriën en schimmels kunnen uitgroeien tot aantallen waar je ziek van wordt. Als je wilt weten of je koelkast koud genoeg staat, kun je een koelkastthermometer op de onderste plank van je koelkast leggen. Staat je koelkast te warm? Stel hem dan bij en meet opnieuw. Bij een draaiknop geldt: hoe hoger het getal, hoe kouder.

Koelkastdeur kort openen

Daarnaast is het belangrijk om de deur van je koelkast zo kort mogelijk open te doen. Hoe langer je de deur openlaat, hoe warmer het wordt en hoe sneller bacteriën en schimmels uitgroeien. Ook kun je bederfelijke producten beter niet te lang uit de koelkast houden. Schenk bijvoorbeeld een glas melk in en zet het pak meteen terug in de koelkast. Laat de melk niet uren op de eettafel staan. Elk uur buiten de koelkast verkort de houdbaarheid met 1 dag.

Geopend pak melk: 3 tot 5 dagen houdbaar

Melk kun je geopend 3 tot 5 dagen bewaren. Hoe lang precies is natuurlijk afhankelijk van hoe vaak je het pak uit de koelkast hebt gehaald. Twijfel je of de melk nog goed is, zet dan je zintuigen in. Ziet de melk er nog goed uit, ruikt ie niet zuur en is de smaak nog lekker? Dan kun je er nog gewoon van drinken. Ook na de houdbaarheidsdatum. Melk heeft namelijk een THT-datum (tenminste houdbaar tot).

Het klopt dus dat de deur de minst koude plek van de koelkast is. Maar je kunt hier prima een paar dagen je geopende pak melk bewaren. Wel zo praktisch. Belangrijker is ervoor te zorgen het in je koelkast 4 °C is, en dat je melk zo kort mogelijk buiten de koelkast laat.

Categorieën
Nieuws

‘Sterk bewerkt voedsel is de belangrijkste oorzaak van welvaartsziekten’


‘Sterk bewerkt voedsel is de belangrijkste oorzaak van welvaartsziekten’

De belangrijkste oorzaak van welvaartsziekten? Volgens prof. Jaap Seidell, hoogleraar voeding en gezondheid aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, wijzen alle vingers in de richting van “ultra-processed foods”. ‘Zolang dat aanbod niet aan banden wordt gelegd, is het dweilen met de kraan open’, stelde hij op 12 januari tijdens de publiekslezing van de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen (NAV).

Bewerkt voedsel levert 60% van calorie-inname

‘Er is iets fundamenteel mis met onze voeding’, aldus Seidell. ‘Onze basisvoeding wordt zo ingrijpend bewerkt dat er vaak nog alleen maar lege calorieën overblijven. De hoeveelheden natrium en suiker nemen juist flink toe.’ Onderzoek laat zien dat 60% van onze calorie-inname afkomstig is uit snacks, dranken en fastfood. Van de hoeveelheid toegevoegde suikers die we binnenkrijgen, is 90% afkomstig uit deze producten. De toegenomen welvaart heeft geleid tot een enorm aanbod van deze lekkere, makkelijke, goedkope, lang houdbare producten. Dit is waarschijnlijk de belangrijkste oorzaak van de opmars van welvaartziekten. Alle inspanningen van de industrie om “gezondere” producten te maken, zetten wat hem betreft nauwelijks zoden aan de dijk. Deze producten zijn dan misschien wat minder zout of zoet, maar nog steeds veel te veel bewerkt en bovendien relatief duur.

Overheid doet te weinig

Zowel beleid als wetenschap richten zich volgens Seidell nog altijd te weinig op preventie en te veel op de behandeling van mensen met welvaartsziekten of de  risicofactoren daarvoor. Jaarlijks worden miljarden uitgegeven aan medicatie, zoals bloeddrukverlagende, cholesterolverlagende, bloedsuikerverlagende middelen en antidepressiva. Maar de overheid neemt veel te weinig maatregelen om de beschikbaarheid van sterk bewerkte ongezonde voedingsmiddelen aan banden te leggen. We worden voortdurend blootgesteld aan de verleidingen van veel en lekker eten. ‘Zolang er nog zo veel snacks en frisdranken aangeboden worden op scholen, in sportkantines, ziekenhuizen en benzinestations is het dweilen met de kraan open.’

Voorlichting bereikt verkeerde mensen

De huidige publieksvoorlichting richt zich te veel op kennisoverdracht en bereikt hiermee vooral mensen met een relatief hoog opleidingsniveau en inkomen. Dit vergroot de sociale verschillen in gezondheid. Seidell: ‘We moeten veel meer aandacht schenken aan persoonlijke mogelijkheden en vaardigheden. Je kan immers blijven roepen dat we meer onbewerkte producten moeten kopen, maar als je niet voldoende geld hebt of niet kunt koken, heeft dat niet veel zin.’

Bron: Voedingscentrum

Categorieën
Nieuws

Helpt een vitamine D-supplement tegen verkoudheid?

In de afgelopen periode zijn in de media regelmatig berichten verschenen dat een vitamine D-supplement de kans op verkoudheid zou verminderen. Aanleiding is een recent verschenen Brits onderzoek. 
Voldoende vitamine D is inderdaad van belang voor de werking van je afweersysteem. Maar het is onvoldoende aangetoond dat het slikken van een vitamine D-supplement het risico op verkoudheid vermindert.

Het onderzoek

In het Britse onderzoek werd onderzocht of het geven van een vitamine D-supplement het risico op een luchtweginfectie verminderde. Daarvoor analyseerden de onderzoekers gegevens uit 25 verschillende studies waaraan in totaal ongeveer 11.000 mensen meededen. De onderzoekers concludeerden dat het geven van een vitamine D-supplement beschermend werkt tegen een acute infectie van de luchtwegen. Bijvoorbeeld bij verkoudheid is er sprake van een acute luchtweginfectie.

Als je de resultaten goed bekijkt, dan zie je dat de verschillende studies die zijn bekeken verschillende resultaten hebben. Sommige studies laten zien dat het risico op infecties vermindert met vitamine D-supplement, andere studies laten geen effect zien. De oorzaak hiervan kan liggen in heel veel factoren. Om er een aantal te noemen: de definitie van acute luchtweginfecties verschilt tussen onderzoeken, soms ontbraken gegevens over medicijngebruik, de dosering vitamine D was steeds anders en  studies gebruikten verschillende onderzoeksgroepen: bijvoorbeeld jonge mensen, oude mensen, zieke mensen en mensen met een vitamine D-tekort. Als deze factoren kunnen effect hebben op de uitkomst.

Gezondheidsraad en andere adviescommissies

De gezondheidseffecten van vitamine D zijn de afgelopen jaren door verschillende instanties geëvalueerd om vitamine D adviezen voor de bevolking op te stellen. In Nederland heeft de Gezondheidsraad dat gedaan, in Scandinavië de Nordic Council en in Engeland de SACN (Scientific Advisory Committee on Nutrition). Al deze wetenschappelijke adviescommissies voor voeding concluderen dat het onvoldoende is aangetoond of (extra) vitamine D het risico op infecties vermindert. Dit omdat de resultaten tot nu toe vooral komen uit observationeel onderzoek. In dit type onderzoek kunnen oorzaak en gevolg niet kan worden aangetoond. Bovendien laten studies tot nu toe nog te veel verschillende resultaten zien. Of een vitamine D-supplement helpt om infecties te voorkomen zal eerst op een goede systematische wijze moeten worden aangetoond.

Vitamine D en gezondheid

Vitamine D is vooral nodig voor de opname van calcium uit de voeding in het lichaam. Het is daarom belangrijk voor de groei en het behoud van stevige botten en tanden. Daarnaast is vitamine D nodig voor een goede werking van je afweersysteem. Voor de meeste mensen leveren zonlicht en de voeding voldoende vitamine D.

Groepen mensen die baat hebben bij extra vitamine D

Een aantal groepen krijgt van de Gezondheidsraad wél het advies om vitamine D-supplementen te nemen. Deze groepen krijgen via zonlicht en voeding minder vitamine D binnen dan zij nodig hebben. Het gaat om jonge kinderen, mensen met een getinte huidskleur, mensen die hun huid bedekken, zwangere vrouwen en ouderen. Voor jonge kinderen is aangetoond dat een vitamine D supplement het risico op rachitis vermindert, voor ouderen het risico op vallen en botbreuken. Voor zwangeren vermindert het de kans op een kind met een te laag geboortegewicht.